EEN GESPREK MET HUWELIJKSPASTORAAL NAAR AANLEIDING VAN DE JAARLIJKSE VALENTIJNSVIERING

De huwelijkspastoraal Klein-Brabant bouwt stilaan de traditie van een Valentijnsviering op. Bedoeling is dat  alle koppels die het afgelopen of vorig jaar kerkelijk huwden of hun relatie bezegelden op deze viering uitgenodigd worden . Maar… uiteraard is iedereen meer dan welkom in deze viering rond een thema dat iedereen zal aanspreken.
Naar aanleiding van dit initiatief ging onze redactie even langs voor een interview, bij Marie-Thérèse en Rik en Kathleen en Guido, twee onthaalkoppels uit Willebroek die zich engageren in de huwelijkspastoraal.

“Het is een mooi engagement. Zeker als je mensen belangrijk vindt”

Laat ons meteen met de deur in huis vallen: Waarom zetten jullie zich al jaren in voor huwelijkspastoraal?
Wel, het is een mooi engagement. Zeker als je mensen belangrijk vindt. Je ontvangt op een avond twee jonge mensen, die je totaal niet kent en die voor één van de belangrijkste momenten in hun leven staan. In het gesprek dat daarop volgt wordt heel wat uitgesproken, over de levensweg van die twee jonge mensen: hun vertrouwen in elkaar, hun liefde voor elkaar, hun zoektocht naar geloof, de steun die ze ervaren in hun omgeving, … .
Als onthaalkoppels willen wij dat verhaal eerst en vooral beluisteren. Hier en daar ‘getuigen’ we zelf, over ons eigen ‘verhaal’ en trachten we deze koppels ook te begeleiden in hun zoektocht naar geloof. Zo kent elk gesprek telkens weer sterke momenten.
Zo blijft het boeiend twee meestal onbekende mensen te ontvangen en geen vijf minuten later word je deelgenoot van hun persoonlijk verhaal. Ook voor onszelf blijft het na al die jaren iets verfrissends hebben.

“Elk gesprek kent telkens weer sterke momenten”
“Ook jonge koppels vinden geloof belangrijk”

Is die zoektocht naar geloof vandaag de dag nog belangrijk?
Zeker en vast! Ook jonge koppels vinden geloof belangrijk. Bij de aanvang van zo’n gesprek in voorbereiding op het kerkelijk huwelijk geven velen aan: ‘niet zo met geloof bezig te zijn’. Dit is veelal de start van een boeiende ontdekkingstocht, waarbij we vertrekken van voor het koppel belangrijke waarden. Bijvoorbeeld: Trouw of vertrouwen, mekaar kunnen vergeven, zorg dragen voor elkaar, je medemens graag zien, …
Over elk van die waarden vinden we tal van verhalen terug in onder andere de evangelies. Zonder daarvoor de specifieke woorden uit de bijbel te gebruiken, dragen jongeren die waarden, tot op vandaag, wel degelijk met zich mee. De christelijke traditie blijft, soms latent, ingebed bij deze jongeren.
Voedingsbodem voor hun geloof zijn splinters van traditie en vooral levenservaringen die ze als koppel mochten meemaken. Vaak leven koppels al een hele tijd samen en delen samen vreugde en verdriet. De zorg voor kleine kinderen is zelfs ook niet meer uitzonderlijk. Zelf dragen en gedragen worden, kan mensen tot geloof brengen. Mensen zoeken daarbij naar rituelen en symbolen om dat uit te drukken naar elkaar, naar familie en vrienden toe. Hierbij hen helpen, geeft hen en onszelf bevestiging. Wijzelf, maar ook de Kerk en haar voorgangers spelen een belangrijke rol om de kracht van hun liefde te bevestigen en open te houden naar engagement en naastenliefde.

“De christelijke traditie blijft, soms latent, ingebed en koestert een mooie opdracht” “De zoektocht naar ‘nieuwe wegen’ houdt ons sterk bezig”

Hoe kwamen jullie er toe om de jonggehuwden rond Valentijn terug samen te brengen? Daar zijn enkele redenen voor. Al jaren vertellen we als onthaalkoppels aan mekaar dat we het jammer vinden dat het gesprek in voorbereiding op het kerkelijk huwelijk, hoe belangrijk ook, een éénmalig gegeven is. Bovendien is er de vaststelling dat ook jonge koppels op een of ander manier ‘op weg zijn’ in hun zoektocht naar geloof… maar niet noodzakelijk altijd aansluiting vinden in onze geloofsgemeenschappen. Toeval wou dat we de dag na een opleidingsavond voor parochieploegen te Mechelen, ook een evaluatiemoment hadden over huwelijkspastoraal. De avond te Mechelen had als onderwerp: ‘nieuwe wegen in de catechese’.

Die zoektocht naar ‘nieuwe wegen’ houdt ons sterk bezig in de kerk vandaag en vormde uiteindelijk de aanleiding om onze jonggehuwden in een gebedsviering samen te brengen. We willen stilstaan bij wat die jongeren zelf belangrijk vinden en hen ook aan het woord laten. We willen vieren in een eigentijdse Valentijdsviering uiteraard rond het thema liefde. Liefde tussen mensen en liefde voor God. We sluiten het geheel af met een informele babbelmoment voor alle aanwezigen en voorzien daarbij een hapje en een drankje. Een hopelijk jaarlijks terugkerend ontmoetingsmoment voor de nieuw bezegelde liefdes en de koppels van huwelijkspastoraal.

met dank aan Rik en Marie-Thérèse, Guido en Kathleen – gepubliceerd februari 2018

Het Hooglied van Salomo.

Overstelp mij met de kussen van uw mond, want uw liefkozingen zijn zoeter dan wijn.
Uw zalven zijn heerlijk om te ruiken, de klank van uw naam is als rijk parfum; daarom hebben de meisjes u lief. Trek mij mee, laat ons vluchten, neem mij mee, o koning, in uw vertrekken! Wij willen juichen, ons met u verblijden, wij willen zingen van uw liefde, zoeter dan wijn: iedereen moet wel van u houden!
Wel ben ik donker, maar toch bekoorlijk, dochters van Jeruzalem, als tenten van Kedar, als paviljoens van Salma. Minacht mij niet omdat ik donker ben: de zon heeft mij gekleurd. De zonen van mijn moeder waren hard tegen mij: zij lieten mij hun wijngaarden bewaken, zo heb ik voor mijn eigen wijngaard niet kunnen zorgen. Zeg mij toch, mijn zielsbeminde, waar laat u uw kudde grazen, waar rusten uw schapen in de middag? Moet ik soms als een gesluierde de kudden van uw vrienden afgaan?
Als u niet weet waar hij weidt, schoonste der vrouwen, volg dan het spoor van de kudde en ga uw geiten hoeden bij de tenten der herders. Mijn vriendin, je bent als de merrie voor Farao’s wagen! Hoe bekoorlijk zijn je wangen tussen de oorhangers, hoe bekoorlijk je hals met de snoeren! Ik zal gouden hangers voor je laten maken met zilveren balletjes.
Terwijl mijn koning aan tafel is, verspreid mijn nardus zijn geur. Mijn lief is als een zakje mirre dat rust tussen mijn borsten. Een tros hennabloemen uit de tuinen van Engedi is mijn lief voor mij. Wat ben je mooi, mijn vriendin, wat ben je mooi; je ogen zijn als duiven!
U bent mooi, mijn lief, en zo zoet! Ons rustbed is het frisse groen, en de binten van ons huis zijn van cederhout, de wanden van cipressen.

De proloog van het Hooglied ademde tot nu toe een sfeer van brandend verlangen naar vereniging met de minnaar uit. Als de minnaar voor de eerste keer spreekt is het alsof ze eindelijk samen zijn. Het motief van de overgang van verlangen naar vereniging, van afwezigheid naar aanwezigheid komt in elk deel van Hooglied terug. Dat fragmenten uit het Hooglied vaak gelezen worden in huwelijksvieringen, is geen geheim.

Het Hooglied behoort tot het corpus van de Wijsheidsliteratuur en is tegelijk een van de kortste boeken van het Oude Testament.