ALS DE VOS DE PASSIE PREEKT…

BEWUST IN JE RELATIE STAAN

Liefde is je tot iemand aangetrokken voelen. ‘Ik hou het meeste van jou, meer dan van wie ook’, zeggen we tegen elkaar. Oftewel: ‘Ik voel me tot jou meer aangetrokken dan tot wie dan ook’.
‘O ja? En wat bedoel je daar dan mee?’
‘Dat jij beter aan mijn voorgeprogrammeerde wensen voldoet dan andere mensen. Dat is wel niet erg vleiend voor je, nietwaar, want als ik een ander programma had lopen dan is het nog maar de vraag of ik….’
Dat doet me denken aan mensen die zeggen: ‘Wat ziet hij toch in haar? Of zij in hem?’ Liefde maakt blind!

Een bejaard echtpaar vierde hun zestigjarige bruiloft. Doodmoe van het feest zaten ze na afloop nog even op de veranda van hun huis. De man was nog steeds aangeslagen en zei tegen zijn vrouw: ‘Oma, ik bewonder je!’ ‘Wat zei je, opa? Spreek wat luider. Zonder mijn gehoorapparaat kan ik je immers niet verstaan!’
‘Ik bewonder je!’ herhaalde hij.
‘Ja,’ zei de vrouw, ‘ik kan óók zonder je.’
Hier houdt alle aantrekkingskracht op.
Hoe zit dat met jou? Voel jij je tot iets of iemand aangetrokken? Als je daar aan toegeeft, vind je zeker voldoening. Maar als je voldoende aan je trekken bent gekomen, krijg je er genoeg van of word je angstig: ‘Ik hoop dat het altijd zo zal blijven. Hopelijk gaat er niemand anders met hem of haar vandoor!’ Je krijgt last van bezitsdrang, jaloezie, angst voor verlies. Dat is geen liefde!

Liefde betekent niet dat je van iemand of iets afhankelijk bent. Begrijp me goed, het is natuurlijk uitstekend dat mensen afhankelijk van elkaar zijn. Als we niet op elkaar zouden zijn aangewezen, dan zou de maatschappij niet kunnen functioneren. We zijn allemaal afhankelijk van elkaar: van de slager, de bakker, de fietsenmaker, noem maar op. Maar als je van anderen afhankelijk bent om gelukkig te worden, dan klopt er iets niet.
Wie kent ze niet: twee mensen die helemaal leeg zijn van binnen en die totaal van elkaar afhankelijk zijn; twee incomplete figuren die elkaar overeind proberen te houden. Net twee dominostenen: als er eentje beweegt, valt de andere om. Is dat liefde?
Liefde betekent niet dat je elkaars eenzaamheid draaglijk maakt. Zodra mensen zich innerlijk leeg voelen, gaan ze zo snel als ze kunnen achter iemand aan om die leegte op te vullen. Dat is geen liefde. Om aan de leegte en aan hun eenzaamheid te ontsnappen, vluchten mensen in allerlei bezigheden: in hun werk of in de armen van iemand anders. Maar je geneest je eenzaamheid niet door contact met andere mensen te hebben.
Die genees je door contact te hebben met de werkelijkheid! (gepubliceerd 24 juni 2020)

GEBORGENHEID

Het is ons allen bekend ! Ieder van ons voelt zich pas goed in zijn vel, als hij zich geborgen weet !
Ieder van ons heeft zekerheid en menselijke warmte nodig, zeg maar : een thuis !
Wie geen geborgenheid ervaart voelt zich als verloren, voelt geen warmte, telt niet mee, en is vaak éénzaam !
Van jongs af aan moet een kind tedere, zachte geborgenheid ervaren bij zijn ouders.
En ook als de kinderen op huwbare leeftijd komen, zoekt een jongen geborgenheid bij een meisje, en een meisje bij een jongen. Kortom, mensen zoeken naar geborgenheid bij elkaar, in hun huwelijk of hun vriendschap !

En de basis van iedere geborgenheid is liefde! Want zelfzucht en liefdeloosheid verstoren iedere geborgenheid, en maken van de mens een alleenstaande, een thuisloze, een gehavend wezen. Mensen die geborgenheid moeten missen, stellen alles in het werk om bij familie of vrienden geborgenheid te mogen ervaren.
Het drama van deze tijd is dat we elkaar te weinig of geen geborgenheid meer kunnen bieden. We kunnen elkaar geen thuis meer bezorgen, omdat we de liefde “verleerd” hebben, omdat we de bron van alle liefde, ‘God’ verlaten hebben.

Een verhaal Er was eens een man die op een dag naar zijn rabbi ging en zei: ‘Rabbi, u moet me helpen! Het is gewoon een hel bij me thuis! Ik woon met mijn vrouw, mijn kinderen en mijn schoonfamilie in één kamer. Een pure hel! Er is niet genoeg plaats voor ons allemaal!’
De rabbi glimlachte en zei; ‘Oké, ik zal je helpen, maar je moet me beloven dat je precies doet wat ik je zeg.’
‘Dat beloof ik’, zei de man. ‘echt, dat beloof ik, met de hand op mijn hart.’
‘Hoeveel dieren heb je?’, vroeg de rabbi.
‘Een koe, een geit en zes kippen…’, antwoordde de man.
Waarop de rabbi zei: ‘Zet die dieren in je kamer en kom over een week terug.’
De man kon zijn oren niet geloven, maar hij had nu beloofd te doen wat de rabbi hem had gevraagd. Gedeprimeerd ging hij naar huis en liet de dieren in zijn kamer. De week daarop ging hij ontmoedigd weer naar de rabbi toe en zei tegen hem: ‘Ik word nu helemaal gek! Ik krijg hier nog eens een beroerte van…U moét iets voor me doen…’
‘Ga naar huis en breng de dieren weer naar buiten’, antwoordde de rabbi. ‘En kom over een week terug.’
De man rende naar huis en toen hij de week daarop weer bij de rabbi kwam, schitterden zijn ogen.

Een hemeltje op aarde! De man had terug een thuis waar hij van alle geborgenheid genoot van zijn medebewoners.
Willen we onze wereld, en onze onmiddellijke leefgemeenschap, graag zien, en leefbaar houden, moeten we als gelovigen, God om ‘liefde’ vragen. ‘Liefde, vriendschap, geborgenheid’ en dat voor iedereen en op de eerste plaats voor de kring waarbinnen we leven. Als je in God geborgen bent, kun je weer je medemens herbergen, en een warme thuis geven. (gepubliceerd 17 juni 2020)