Hier komt de tweede Vaderdag van het jaar! Na 19 maart, de naamdag van de heilige Jozef, Jezus’ voedstervader, zetten we op zondag 13 juni onze vaders opnieuw in het zonlicht. En een vader is mogelijk wel toe aan wat extra gereedschap, iets voor zijn hobby, een leuke trui of wat je al verzint?
De tweede Vaderdag van het jaar
Naar verluidt is de tweede Vaderdag in 1909 geïntroduceerd door mevrouw Sonora Smart Dodd, uit de staat Washington, waarbij zij haar vader, William Jackson Smart, wilde eren. Hij was een veteraan uit de Amerikaanse Burgeroorlog, weduwnaar geworden nadat zijn vrouw bij de geboorte van hun zesde kind in het kraambed gestorven was. Toen zijn dochter volwassen geworden was, wilde ze de kracht en het doorzettingsvermogen van haar vader onder de aandacht brengen. Haar inspiratie was Anna Jarvis, die een jaar eerder een Moederdag had gelanceerd.
Vlaanderen hield voorlopig vooral vast aan de heiligenkalender, 19 maart liet zich niet opzijschuiven als dé Viert-vader- dag. Nederland hield het bij oktober maar – van een handelsgeest gesproken – op initiatief van de toenmalige Nederlandse Bond van Herenmodedetaillisten werd in 1948 afgesproken dat Vaderdag verplaatst zou worden naar de derde zondag van juni.
En de vos vertelt…
Vandaag geen vrome jozefverhalen, wel een ludieke inkijk in wat vaderschap kan zijn via kleine verhalen van hier en daar, toen en nu van de hand van diaken Mark De Vos, een greep uit zijn column ‘Als de vos de passie preekt…’ die wekelijks in het parochieblad van Willebroek verschijnt.
Van een vader en zijn drie zonen
naar een verhaal uit Afrika
Lang geleden leefde in Ethiopië een vader met zijn drie zonen.
Omdat hij voelde dat hij niet lang meer zou leven,
wilde hij zijn bezit onder hen verdelen.
Maar hoe moest hij het huis, de stallen en de schuren verdelen?
Daarom besloot hij zijn hele bezit
aan slechts één zoon toe te vertrouwen.
Maar aan wie?
De vader zei tot zijn zonen: ‘Ik geef jullie elk een goudstuk.
Daarmee moet je iets kopen dat de hele kamer kan vullen.
Wie daar in slaagt, krijgt mijn hele bezit.’
De oudste dacht: ‘Ik ga naar de markt om stro te kopen.
Daarmee kan ik de hele vloer van de kamer bedekken.’
De tweede zoon dacht: ‘Ik koop veertjes.’
En de jongste? Die begon heel diep na te denken.
Toen stond hij op en haastte zich naar de markt…
De volgende dag kwamen de drie zonen
met hun geschenk bij hun vader.
De oudste spreidde zijn stro over de vloer uit.
Maar hij kon er maar één hoek van de kamer mee bedekken.
De tweede zoon strooide met beide handen
zijn donsveertjes over de vloer uit.
Maar hij kon er de kamer niet mee vullen.
Toen kwam de jongste met een klein pakje.
‘Een kaars!’ lachten de broers.
Maar de jongste broer stak de kaars aan
en de hele kamer was vol licht.
Toen stond de vader op en zei: ‘Vrede zij met jou, mijn zoon.
Het licht van deze kaars vult de hele kamer
en vervult me met vrede, blijheid en hoop.
Jou vertrouw ik mijn hele landgoed toe.
Beheer het wijs en rechtvaardig.
Wees een licht voor je broers.
Moge de vrede in jullie hart wonen nu, morgen en altijd!’
Bizon-broeder
een verhaal uit indianenland
Lang geleden leefde bij de indianen een jongen die Jongen heette.
Hij vond Jongen maar een domme naam
en vroeg aan Grijze Aarde, zijn vader:
‘Hoe kan ik een andere naam krijgen?’
Zijn vader zei: ‘Een andere naam moet je verdienen
door te laten zien dat je dapper bent.’
‘Wil je me daarbij helpen?’ vroeg Jongen.
Zijn vader dacht na en zei:
‘Morgen is het bizonjacht, je bent oud genoeg om mee te gaan.’
De volgende morgen vertrokken ze op jacht.
Na een lange tocht zagen ze enkele bizons bij een bron drinken.
Grijze Aarde zei: ‘Dood dat vrouwtje daar.’
Jongen spande zijn boog. Maar net toen hij de pijl wou loslaten
zag hij een kleine babybizon naar zijn moeder lopen.
“Schiet,’ fluisterde Grijze Aarde.
‘Dat kan ik niet,’ zei Jongen,
‘de babybizon zal doodgaan zonder zijn moeder.’
Zwijgend liep hij met zijn vader terug naar huis.
Jongen was droevig, hij had gefaald in zijn opdracht
en zou geen nieuwe naam krijgen.
’s Avonds rond het kampvuur zei Grijze Aarde:
‘Mijn zoon was zeer moedig.
Hij hield met sterke hand de boog,
maar doodde de bizon niet.’
De mensen keken verbaasd op
en sommigen wilden het kampvuur al verlaten.
Ze zeiden: ‘Wie geen bizon doodt, kan geen naam krijgen.
Want hij heeft niet laten zien dat hij dapper is.’
‘Jongen heeft geen jagershart,’ zei de vader,
‘Hij hield met sterke hand zijn boog op een groot moederdier gericht,
maar doodde het niet toen hij haar hulpeloos jong zag.
Jongen wil het leven van andere schepselen sparen.
Daarom geef ik hem de naam ‘bizon-broeder.’
De drie zonen
naar een verhaal van Leo Tolstoi
Op een bankje in de zon zaten drie mannen.
Ze rustten uit van het werk op het veld..
Hun tassen vol groenten en fruit
stonden klem tussen hun benen.
Een oude man ging ook op de bank zitten.
Hij hoorde hun gesprek.
Ze spraken over hun zonen.
Over een paar minuten zou de school uit zijn,
en dan zouden ze komen met hun rapport.
De ene rekende op hoge cijfers,
want zijn zoon was de beste in de klas.
De andere verwachtte er niet zoveel van,
maar zijn zoon kon goed voetballen.
De derde zei niets.
De oude man vroeg: ‘En uw zoon?’
‘Hij blinkt nergens speciaal in uit,’ zei hij,
‘hij is een heel gewone jongen.’
De bel rinkelde: de jongens stormden naar buiten
en liepen naar hun vaders op de bank.
De één met hoge cijfers.
De ander haastte zich om op het sportveld te komen.
En de derde…. die nam de zakken met de oogst op
en liep mee naar huis.
‘Onze zonen zijn heel verschillend,’
zei de vader van de hoge cijfers vol trots.
De oude man keek hem aan en zei:
‘Ik heb maar één zoon gezien.’
Een vader en zijn twee dochters
geïnspireerd op een verhaal van Aesopus
Een vader had twee dochters.
De ene dochter huwde met een tuinman,
de andere met een pottenbakker.
Na een tijd ging de vader op bezoek
bij de dochter die met een tuinman getrouwd was.
‘Hoe gaat het met jou?’ vroeg hij.
‘Heel goed,’ zei ze.
‘Maar ik heb één wens :
ik wou dat het eens goed zou regenen,
zodat alle planten voldoende water krijgen.’
Niet lang daarna ging de vader naar zijn andere dochter,
die met een pottenbakker getrouwd was.
Ook aan haar vroeg hij:
‘Hoe gaat het met jou?’
Zij antwoordde: ‘Heel goed.
Maar ik heb één wens:
ik wou dat de zon verder blijft schijnen,
zodat het aardewerk goed kan drogen.’
Toen zei de vader:
‘Jouw zus wilde regen
en jij vindt dat de zon moet schijnen.
Voor wie van de twee
moet ik nu bidden?’
Vader en zoon
naar een verhaal uit China
Lang geleden, toen er in China nog een keizer was,
woonde daar een jongen, Kwen Foe.
Hij had geen familie meer en leefde helemaal alleen.
Op een dag stonden op de markt heel veel mensen.
Een oude man vroeg:
‘Wie wil mijn zoon zijn? Wie wil mij als zijn vader verzorgen?’
Maar niemand zei: ‘Kom bij mij thuis.’
Toen hij wegging, liep Kwen Foe hem achterna en zei:
‘Ik zou wel willen dat u mijn vader was.’
De oude man ging met Kwen Foe mee
en hij zorgde voor de oude man alsof het zijn vader was.
Op een dag werd de hele stad versierd met vlaggen en lampions,
omdat de keizer op bezoek kwam.
‘Komt u mee naar de keizer kijken, vader?’ vroeg Kwen Foe.
‘Ik moet nog weg mijn zoon.
Maar morgenavond ben ik op tijd terug.’
De volgende avond zorgde Kwen Foe voor het eten.
Intussen was de keizer in de stad.
De muziek kwam steeds dichterbij.
Kwen Foe keek vol verbazing:
De keizer kwam in zijn straat…
Jammer dat zijn vader nog niet thuis was!
Toen stond de stoet stil.
Een oude man in prachtige zijden gewaden
stapte uit de draagstoel.
‘Vader!’ riep Kwen Foe verbaasd.
‘Ik zou je vanavond terugzien.
Wel, hier ben ik’, zei de keizer.
En tegen de mensen om hen heen, zei hij:
‘Ik kreeg in mijn leven al veel geschenken.
Maar het meest kostbare kreeg ik van deze jongen.’
gepubliceerd juni 2021