Juli en augustus, vakantiemaanden… zeker voor mensen met schoolplichtige kinderen. De spanning rond examenuitslagen is geluwd. Voor de enen is alles goed afgelopen, voor anderen wacht er nog wat werk met vakantieopdrachten of herkansingen. Ook de ouderen hebben toegeleefd naar het moment waarop ze eindelijk de deur achter zich kunnen dicht trekken en vertrekken naar verre oorden. Sommigen dromen er van uren op het strand te kunnen liggen of exploreren onbekende streken. Of wordt de vakantieperiode dan toch maar gebruikt om de noodzakelijke werken aan huis en tuin eindelijk uit te voeren?
Nam Jezus ook vakantie?
Enkele dagen geleden zaten we met enkele vrienden nog wat na te kaarten over de afgelopen dag toen een van jongeren plotseling en zonder aanleiding zich hardop afvroeg of er in de het Evangelie sporen te vinden waren dat Jezus ook op vakantie ging. Vond Hij dat zijn volgelingen ook op vakantie moesten gaan of was Hij er misschien wel helemaal tegen? Een van onze vrienden reageerde daar op met te zeggen dat in die vraag een groot anachronisme verscholen zat. Tweeduizend jaar terug werd er over vakantie niet gesproken. De tijden waren helemaal anders. Er zullen wel periodes in het jaar geweest zijn dat er harder moest gewerkt worden of soms minder hard. Maar het begrip “betaald verlof” zou nog wel nog zeer lang op zich laten wachten. Vakantiegeld was nog niet uitgevonden. Het gesprek kabbelde verder over ditjes en datjes tot we naar huis gingen om uit te rusten voor de dag van morgen.
Maar die vraag over de houding van Jezus tegenover vakantie bleef de volgende dagen toch hangen.
Een vakantiewonder avant la lettre of meer dan dat?
En inderdaad, Jezus heeft niet letterlijk gesproken over het wel of niet op vakantie gaan. Wat niet verwonderlijk was. Het woord zelf bestond nog niet. Maar toch kunnen we in het evangelie woorden en daden vinden die ons een idee geven hoe Hij daarover zou gedacht hebben als Hij het woord zelf had herkend. In het evangelie volgens Marcus (6,30-32) beschrijft de evangelist dat de apostelen na een zending terug bij Jezus komen en dat ze Hem alles vertellen wat ze gedaan hadden en hoe ze onderricht gegeven hadden. Waarop Jezus antwoordde: “Ga nu maar naar een eenzame plaats om alleen te zijn en wat uit te rusten.” De houding van Jezus wijst er op dat Hij zeer goed beseft dat na een ernstige inspanning ook recuperatie moet volgen. Als we het evangelieverhaal verder lezen zien we dat er van die rust ditmaal niet veel in huis komt. Vele mensen die Jezus en zijn apostelen gehoord hadden bleven hen volgen. Ze wisten waar ze gingen uitrusten met als gevolg dat de berghelling al vol met volk zat toen zij er aan kwamen Het was al avond. Tweeduizend jaar geleden waren er geen “broodjeszaken” en “fast food winkels.” De mensen echter hadden honger. En daar deed, volgens Marcus, Jezus zijn eerste broodvermenigvuldiging. (Mensen die toen, te voet, op weg gingen hadden dikwijls mondvoorraad bij. Zou het kunnen zijn dat Jezus de mensen zo ver heeft gekregen dat wie brood bij had het deelde met de anderen. Misschien een groter wonder dan de broodvermenigvuldiging zelf).
Vind een evenwicht tussen werk en vrije tijd – een bijbels advies
Uit het verslag dat Marcus gaf over die vreemde gebeurtenissen blijkt duidelijk dat Jezus heel goed beseft hoe belangrijk het is om je in het leven helemaal in te zetten, te werken, het beste van jezelf te geven (thuis, je familie, je beroep, je vrijwilligerswerk en noem maar op) maar ook regelmatig jezelf rust te gunnen. Zonder rust, zonder voldoende eten en drinken begeef je het vroeg of laat. Het is geen toeval dat er in onze hectische wereld van vandaag zoveel gesproken en geschreven wordt over “burn out” en “depressie”. Machines draaien vierentwintig uur per dag, 365 dagen per jaar, maar mensen zijn geen machines. Zondagsrust is een begrip dat de wereld uit moet. Een zondag moet ook geld op brengen. Ja, zonder geld kan een mens niet leven, maar met alleen maar geld ook niet. En dan zijn er mensen die er onder door gaan. Hun lichaam en geest zijn zo vermoeid dat ze niet zien dat de stoplichten op rood staan. Ze leven maar door en negeren alle lichamelijke signalen. Er zijn er die denken dat de wereld zal ophouden met draaien als zij stoppen met werken of het even wat rustiger aan doen. En op een dag zitten ze dan helemaal vast en dan zijn ze veel verder van huis. Elke mens is het aan zichzelf en aan de wereld verplicht om voldoende te rusten en zorg te dragen voor zijn lichaam. Vanuit die momenten kan je er dan weer ten volle tegenaan gaan. Werkgevers en verantwoordelijken (politiekers, CEO’s, bedrijfsleiders. enz.…) die geen rekening houden met deze basisregels zijn eigenlijk de slavendrijvers van onze tijd. Denk maar even aan de arbeidsomstandigheden in ontwikkelingslanden.
En zo blijkt het nog maar eens dat de boodschap van het evangelie nog bijlange niet ouderwets en voorbijgestreefd is. Hoe meer we, door het gebruik van onze moderne communicatiemiddelen, kennismaken met de wantoestanden in de wereld, hoe meer we beseffen dat Christus een wereldvernieuwende boodschap gebracht heeft, een boodschap die nu nog langs alle mogelijke kanten bestreden wordt.
Het alledaagse loslaten, relativeren en terugkeren naar de bron van het leven
Het uitdragen van die boodschap, van dat goede nieuws (evangelion betekent goede boodschap) in onze jachtige en drukke wereld is een opdracht die we van de Heer zelf aangereikt krijgen. Ook al wilden de Heer en zijn apostelen zeker die boodschap uitdragen naar de ganse wereld, toch gunden ze zichzelf wel op tijd wat rust. Batterijen moeten regelmatig opgeladen worden. Na het lezen van het evangelie kun je van Jezus moeilijk zeggen dat Hij op een luie manier door het leven is gegaan. Integendeel. Hij trok het hele land door, van hier tot ginder. Hij was hele dagen bezig met onderwijzen, mensen genezen, met aandacht voor jong en oud. En toch beschrijft het Evangelie Hem niet als een gestresseerde mens die constant op het randje van overspannen was. Hoe kwam dat? Hij maakte het regelmatig stil, trok zich terug, ging in gesprek met zijn Hemelse Vader en had oog en aandacht voor waar het echt om ging. Tot rust komen maakt deel uit van de opdracht die ieder van ons gekregen heeft bij zijn doopsel en vormsel. Ook daarmee moeten we Christus navolgen.
Bij het op vakantie gaan denken we meestal aan op reis gaan en weg gaan. En dat kan het ook zijn. Ga eens weg uit de drukte van iedere dag en kijk ook eens waar je mee bezig bent. Dat hoeft geen verre dure reis te worden. Loskomen uit vast geroeste gewoonten kan al wonderen doen. Op een beetje afstand van de drukte kun je ook inzien wat echt belangrijk is en of je wel op die manier verder moet doen in het nieuwe werkjaar. Een zalige vakantie kan zijn dat je diep bruin terugkomt. Maar een echt zalige vakantie is het als je zelf voelt dat je naar de wortels van het leven hebt gekeken, dat je een beter mens bent geworden zodat je vanuit die rust, stilte en bezinning weer een nieuw jaar aankan. En dan wordt bruinen minder belangrijk.
Dit waren enkele mijmeringen bij de vraag van een vriend of Jezus ook op vakantie ging. – Roel Van Peborgh