EEN JUNIPROCESSIE MET ANDERE OGEN BEKEKEN

Mei, juni… elk dorp, elke parochie prikte ooit zijn feestelijke zondag, zijn processiezondag op de kalender. Voorgoed verleden tijd? Maak kennis met de lieflijke processie in het Scheldedorp Weert. Bekijk ze met een speelse blik, door de ogen van de drie beelden die mee op stappen.

Het kind Jezus

Ik ben jong en speels. Geen probleem voor mij als de vier dragers niet even groot zijn, hoe meer gewiebel, hoe leuker de tocht. Het is aftellen naar dit uitje als je een heel jaar in de kerk opgesloten zit. Hoe mooi de glasramen ook zijn, hoe strelend de gezangen, de buitenlucht vandaag doet deugd. Ook al zie ik er ietwat stug en stijf uit in mijn ouderwets groen kleed en steek ik het vingertje vermanend in de lucht, ben ik toch maar een kind van hooguit twaalf. De leeftijd waarop ik graag rondhing in de tempel. Mijn jongere versie loopt samen met neef Jan hand in hand voor mij uit. Hij met een wit schapenvachtje over de schouder, ikzelf met een wereldbol in mijn hand. Geen krullenbollen gevonden dit jaar, steil haar en guitige snoetjes, daarmee moeten we het doen. Even wuiven naar het publiek, de jongetjes genieten! Ooit wordt het anders. Achter mij volgt de volwassen Jezus, een jaar of dertig. Aan het begin van zijn openbaar leven. ‘Jezus, de kindervriend’ zoals evangelieverhalen hem noemen. Een niet onbesproken woord in deze aartsmoeilijke 21ste eeuw. Een zestal kindjes strooien of gooien energiek bloemblaadjes in het rond, snel eentje aan de mouw trekken. Niet te hevig, maatje, er is nog een hele weg te gaan! ‘Jezus, de goede herder’ stapt ook mee. Veel schapen heeft hij niet bij, toeval of symbool? Maar met wat geluk staat er straks een kudde op de dijk te blaten. ‘Jezus en zijn volgelingen’ hoort een ernstige groep te zijn. Er wordt flink gediscussieerd, over de bijbel, over de politiek? Wie zal het zeggen. Mijn lieveling is ‘de heilige familie’. Het traditionele gezinnetje, geen bont ’thema-met-variaties’ zoals nu. Een jonge, lieve moeder, een bekommerde ietwat saaie vader, zo hoorde het toen. Of dat dachten we. Moeder Maria is trouwens best vertegenwoordigd. Eens horen wat zij ervan vindt.

Onze-Lieve-Vrouw

Over de schouders van de processiegroepjes heen hou ik mijn wiebelende zoon in het oog. Ilse, Annick, Isolde en Patricia zijn mijn vaste draagsters. Links, rechts, links, rechts, ze lopen met gelijke tred. De muziek van de Harmonie duwt de voeten in de juiste pas. Ik kijk comfortabel rond, deugdelijk weggedoken in mijn blauwe mantel. Je wordt een kasplantje daar in de kerk! Toch één vrome dame in de Scheldestraat die devoot mijn beeld met twee kandelaars op de vensterbank zet. Een mooie traditie, wie houdt ze nog in ere? En… waar zijn mijn naamgenotes? Onze-Lieve-Vrouw van de Rozen loopt als eerste. Gele, roze, witte bloemblaadjes… Weert heeft beslist alle meirozen geplukt . Nicht Elisabeth is er ook bij. Een kleine familiereünie zo te zien, met een gezellige koffietafel in het Oud Gemeentehuis achteraf? Ik herinner me mijn verbazing toen ik jong en in de war bij haar aanklopte, puffend na de lange tocht. Zij in verwachting van Jan – wie had daar nog op gehoopt? -, en ik nauwelijks bekomen van wat de boodschap van de engel. Maria Koningin van de Vrede heeft vandaag gekozen voor een rozerode jurk. Bekijkt ze de wereld door een roze bril? Of vertelt haar kordate pas dat vrede echt geen illusie hoeft te zijn? ‘Bidden’, zegt Franciscus. Valt hiermee de wereld te redden? Als door een hemels stemmetje geroepen komt Onze-Lieve-Vrouw van de Rozenkrans aangetrippeld. Ze neemt haar tijd. Mei is altijd een drukke maand voor haar. Hoeveel rozenhoedjes hoorde ze prevelen? Hoeveel kaarsjes zag ze branden, om van de wierook te zwijgen? En met Pinksteren stroomt het in Scherpenheuvel weer vol met bedevaarders. De basiliek blijft een mythische plek met een onweerstaanbare aantrekkingskracht. Net als Lourdes. Ook de dame uit de grot heeft een gezante gestuurd, Bernadette huppelt mee. Onze zaken gaan goed, mijn zoon heeft het moeilijker om het hoofd boven water te houden. Maar kom, het is een hoogdag vandaag, geen kopzorgen. En alle lievevrouwkens zijn gepasseerd, nu is het de beurt aan mevrouw mijn moeder, de heilige Anna, die thuis is in Weert.

Anna

Zeg dat wel, als patroonheilige van het kleine kerkje van Weert kan ik me geen mooiere plek voorstellen en ligt de processie me nauw aan het hart. Het jonge groen van canada’s en notelaren op de dijk, het fluitenkruid, de gele boterbloemen, het plaatje klopt. Ook mijn geliefde volk staat er of loopt mee. Elk jaar mis ik enkele vertrouwde gezichten, sluit ik nieuwkomers in mijn hart, zie ik renovaties en zelfs nieuwbouw. Was dat vriendelijke vliegje dan toch fout met haar bewering over betonstop? Mijn beeld is het derde en laatste in de rij. Ik ben nog jong, hou de kleine Maria aan de hand. Een gelukkig en eenvoudig leven. Zonder veel ambities. Moeder zijn, vrouw zijn volstond. Hoe zou ik me staande houden in de wereld van vandaag? Misschien met de hulp van vriendinnen die ik her en der in de processie ontdek? Geen tijdgenoten maar gezelschap uit de Appeldijk. De mooie Barbara met haar toren, de vrome Theresia van Lisieux met haar rozen en haar kruis, de elegante Cecilia en haar zangers. En de vrienden… Antonius met zijn varken – laatste strohalm bij verloren voorwerpen – en de onbekende Tharcissus. Hoe die in de processie belandde, is een verhaal voor later.

Godelief

– gepubliceerd juni 2019 –