Het rozenkransje (Antennaria rosea) is – behalve ons vertrouwd gebedssnoer – ook een mooi bloempje. Vroeger kwam het op heel veel plaatsen voor, hoofdzakelijk op schrale zandgronden. Inmiddels is het plantje zo goed als verdwenen in Vlaanderen en Nederland. Het feit dat het rozenkransje een tweehuizige plant is, maakt het overleven extra moeilijk. Net als bij hop heb je mannelijke planten en vrouwelijke. Beide moeten in mekaars buurt groeien om bevruchting en zaadvorming mogelijk te maken. Al vanaf ver kan je zien of de plant mannelijk of vrouwelijk is. De mannetjes zijn roze en de vrouwtjes wit. Met wat geluk kan je een gecultiveerde versie op een plantenmarkt of bij een kweker vinden. Koester het als een eigentijdse herinnering aan de volksdevotie van de mooie meimaand.
En wanneer bidden we of bloeit de rozenkrans? In de maanden mei en juni, als in bedevaartsplaatsen en kapelletjes het rozenhoedje gebeden wordt.
