HET BEWOGEN LEVEN VAN EEN BIJ

Honingbijen, wilde bijen, hommels en wespen… een zomers volkje of niet? Honingbijen – imkersbijen – leven in groep en zijn naast hun neven de mieren hét voorbeeld van een optimaal functionerende samenleving: keurig gestructureerd nest, duidelijke rangorde en ieder zijn taak. Hommels zijn de donzige nonchalante broertjes: een nest in de grond of boom- of muurholte volstaat. Wilde bijen leven op hun eentje zoals de introverten onder ons. De kale wespen en de grote hoornaars zijn zwart-geel gestreept en als vleesetertjes geen concurrenten. Allemaal vliesvleugeligen, en toch…
Dit artikel is de summiere neerslag van een boeiend gesprek met een gedreven imker Lut uit Klein-Brabant.

Een leven in seizoenen

Als een mens al leeft volgens het ritme der seizoenen, een bijenvolk des te meer. De eenvoudigste manier om op de carrousel te springen is vertrekken half september. De laatste honing van de reuzebalsemien en de klimop wordt geoogst als wintervoorraad. In november – buiten is het leeg en koud – klitten één koningin en tot 20.000 werkbijen samen in een wintertros. De buitenste schil houdt de insectjes binnenin warm en beweegt volgens rotatiesysteem. Vandaag koud aan de buitenkant, morgen een comfortabele luie plek binnen. Zo komt het bijenvolk in zijn kast de winter door.
De eerste mooie dag van februari is het moment voor de reinigingsvlucht: de hele tros vliegt even uit en loost zijn poepjes. Dikke hommels zoemen al rond, hun donshaartjes beschermen als een schapenvacht.
In maart-april beginnen de overlevers aan een nieuw hoofdstuk. Wilg , bloesem en lentebloeiers zorgen voor eiwitrijk stuifmeel en koolhydraatrijke nectar. De zeshoekige cellen worden gepoetst, er wordt bijgebouwd en de lange koningin legt eitjes, tot 1600 per dag. Uit de bevruchte eitjes groeien werkbijen. Grotere cellen zijn voor onbevruchte eitjes van darren, de mannetjes. Zij hebben maar één taak: een koningin bevruchten. De groei gaat snel: na 3 dagen verschijnt het larfje dat aansterkt en verpopt. Na 10 dagen klimt een werkbij uit de cel, een dar doet er 14 over. Wat zorgt voor het wij-gevoel? Feromoon, een lichaamseigen geurstof, die de koningin aanmaakt en het hele nest doordringt.
Rond 21 mei is de eerste honing klaar en kan de imker slingeren. De kast is ondertussen overvol en telt tot 50.000 bijen. De werkbijen maken nu een of meerdere grote koninginnedoppen. Eitje gelegd, larf volgepropt met krachtvoer koninginnebrij, 7 dagen verpoppen en daar is een nieuwe troonopvolgster! Ondertussen wordt de oude koningin op dieet gezet om opnieuw vliegklaar te raken. Als je op zo’n moment bij een bijenwoning staat, lijkt het wel of er een waterval van bijen uit de kast stroomt. De helft van het volk perst zich in enkele minuten door de opening bij de vliegplank. De oude koningin gaat mee, haar geurspoor wijst de weg en na enkele minuten vormen koningin en bijenvolk een tros. Er is voedselvoorraad voor 3 dagen. Verkennersbijen zoeken een holle boom, een spouwmuur. Op eigen houtje overleeft maar 10%. Daarom splitst een bekommerd imker op tijd de kast en zorgt voor een instapklaar onderkomen.
Ondertussen hervindt het leven in de oude kast zijn draai. De nieuwe koningin tippelt wat nieuwsgierig rond, wordt verwend, maakt enkele oriëntatievluchten en dan volgt de bruidsvlucht hoog in de lucht. Darren uit diverse nesten hangen op vinkenslag, met wat geluk zijn ze een van de 70 partners met wie de koningin paart. Met een volle spermateek heeft ze voldoende bevruchting voor 4 à 5 jaar, de rest van haar leven.
De langste dag breekt aan, de zomerhoning is klaar en in het nest beginnen de voorbereidingen voor de winter. In augustus is het darrenslag: de nu nutteloze mannetjes worden uit de kast geduwd en buiten gegooid. Zonder de dagelijkse maaltijd van de werkbijen overleven ze niet.

Een werkster staat steeds klaar voor een ‘nieuwe uitdaging’

De kleinste en meest talrijke bijen die je in je tuin aan het werk ziet, zijn de dappere ingenieuze vrouwtjes. In het achterlijf zit de honingmaag, tank voor nectar of water. Een hongertje? Dan gaat het klepje tussen de honingmaag en de darm open. De geurklier linkt haar aan het nest. De wasklieren produceren was voor de bouw van de raten. De giftige angel is goed voor één gevoelige steek.
Een werkbij heeft een zwaar leven. Meteen na de geboorte begint het al: cellen poetsen en broed verzorgen. Rond de tiende dag mag ze nectar en stuifmeel in ontvangst nemen van de haalbijen en dit opbergen in de lege cellen. Ook het afvoeren van dode bijen, wasdelen en voedselrestjes is voor haar . Na 17 dagen beginnen de wasklieren te werken en ze kan meehelpen met het bouwen van de raat. Ze is nu bouwbij. Uit haar achterlijf zweet ze kleine wasplaatjes. Met haar sterke kaken kauwt ze de was net zolang tot die geschikt is voor de bouw. Hierna wordt ze wachtbij. Ze houdt de wacht bij de ingang van het nest en verdedigt haar volk tegen indringers. Vanaf de twintigste dag is het huismusleven voorbij en wacht het heerlijke buitenwerk. Ze is haal- of vliegbij. Elke dag toert ze in steeds grotere kringen erop uit op zoek naar nectar en stuifmeel, maar ook water en propolis, harsachtige stoffen die bijen verwerken en gebruiken als afdichtings- en ontsmettingsmateriaal. Regen of kou betekenen een rustdag. Na 3 weken ploeteren en vliegen tot wel 5 km ver zijn haar vleugels gerafeld en versleten en sterft ze een eenzame dood.
De werkstertjes van augustus hebben een ander toekomstperspectief, zij moeten overleven tot de volgende lente.

Er valt nog zoveel te vertellen…

De vijanden: de varroamijt lastig als een (corona)teek, de Aziatische hoornaar die in groep jaagt, de specht en de spitsmuis die een winterse kast durven plunderen.
De bijenvolken: de zachtaardige carnica, de buckfast…
De imkers, gedreven en in de weer voor hun volken en hun collega’s. Nieuwsgiering naar de honingnuances want elke tijd van het jaar, elke plant heeft zijn smaak.
De noodzakelijke bronnen van leven: de drachtplanten, een hoofdstuk apart. En weet dat elke vriendelijke bijenboom – de linde, de acacia en met stip op nummer één, de sporkeboom – duizenden bloemen waard is! Misschien iets voor jouw tuin?

Link met kerk?

De bij met de status van heilig dier vind je terug in de christelijke iconografie.
En zijn er parallellen tussen de organisatie van een bijenvolk en een kerkelijk? Wat denk je zelf?

Godelief C.

april 2020