Vakantie…een vanzelfsprekendheid of toch niet? Hoever teruggaan in de tijd om sporen van vakantie te vinden in onze directe geschiedenis? Tot de periode waarin de huidige samenleving vorm kreeg? De Middeleeuwen dus.
Van Kalfort Kermis tot congé payé
De rijke erfenis die de volkscultuur in de Lage Landen achterliet, is het levend bewijs dat ‘vrije tijd’ een integraal deel uitmaakte van het levenspatroon van de middeleeuwse mens: de kerkelijke kalender met zijn rijke gamma aan heiligen- en feestdagen voorzag immers in een ruim aanbod aan rustperiodes. Heiligenverering op die dagen werd maar al te graag gekoppeld aan minder devote activiteiten: feesten, jaarmarkten, kermissen. – Kalfort Kermis is een mooi voorbeeld uit de buurt -. Iets meer begoede lieden trokken dan weer op bedevaart, naar Santiago de Compostella of naar Rome, de toeristische reizen avant la lettre of in sommige gevallen een boetetocht.
De lotgenoot uit de 19e eeuw was er minder goed aan toe: industrialisatie en opkomst van de kapitalistische samenleving doorbraken de eeuwenoude maatschappelijke structuren, vergelijkbaar met de toestanden waarin fabrieksarbeiders heden ten dage slaven in de derde wereld. De arbeider als goedkoopste schakel in het productieproces. De andere kant van de medaille was het ontstaan van een welgestelde burgerij van industriëlen en handelaars. In het spoor van de oude adel ruilden ze in de zomer hun stadse verblijven voor zomerresidenties op het platteland of gingen met de stoomtrein op reis naar de Italiaanse of Franse Rivièra. Maar de sociale ontvoogdingsstrijd hier en elders in Europa bracht geleidelijk verbetering: kinderarbeid werd in vraag gesteld, werkdagen krompen in en in 1938 is het recht op vakantie voor alle werknemers in dit land een feit. Braafjes naar de kust, een leuke uitstap naar de bergen, met het vliegtuig of te voet de wereld rond, ‘congé payé heeft vele gezichten.
En de schoolvakanties zoals we ze nu kennen? Wel, die gaan natuurlijk hand in met de wet op de leerplicht uit 1914, die meteen een definitief einde maakte aan de kinderarbeid. Voor boerenkinderen soms met een korreltje zout te nemen: oogst of andere drukte op het ouderlijke erf konden de schoolse verplichtingen wel even naar het tweede plan verwijzen. Eind 19e eeuw ontstaat ook het fenomeen van ‘vakantiekolonies’, oorspronkelijk bedoeld als opvang van arbeiderskinderen door liefdadigheidsorganisaties allerhande. Chiro- en jeugdkampen zijn een hedendaagse, succesvolle variante hierop, denk maar aan het welbekende Kasterlee of Ravels.
Bedevaarten en rondkijken in het religieuze erfgoed in de zomermaanden … Wat is haalbaar?
Dat de meibedevaarten naar Scherpenheuvel nog steeds heel wat gedreven zielen aantrekken, bewijst dat deze traditie levend blijft, ook in Willebroek. Dit onderwerp is rijk genoeg om er de volgende lente een bladzijde aan te wijden.
Aanraders nu zijn de bedevaart naar Onze-Lieve-Vrouw ten Traan in Kalfort en de Maria Ommegang op de laatste zondag van augustus. Kapelletjes hebben charme, behouden hun uitstraling, zowel dat van de Veertien Bunders, in de schaduw van het Blaasveldse Broek of elders
En voor wie verder trekt, is er het interessante zomerinitiatief OPEN KERKEN, dat nu al jaren overal te lande kerken en kapellen gedurende de zomermaanden openstelt en passanten in de koelte en de stilte van de gebedsruimte een warm welkom heet. In onze buurt ontwikkelde de stichting Open Kerken een boeiende erfgoedfietsroute ‘Heilig Harnas’ (34 km) in de streek van Temse en Hamme, het land van broeken, slikken en schorren waar de rivieren de Durme en de Schelde even vaak een vloek als een zegen bleken. Overstromingen waren schering en inslag, de kerk en de abdijen traden vaak op als beschermers: door inpoldering van het land, versteviging van de dijken, maar ook als mentale steun en troost. Dit blijkt uit de verering van de waterheilige Amelberga, een vrome vrouw uit Temse, en de talrijke kapelletjes (8) aan haar gewijd. Het is ook de regio van de zaligverklaarde priester Poppe, die opkwam voor armen en jongeren.
En tot slot dit: hoewel geen van de vier kerken van de parochie in het Open Kerkenaanbod is opgenomen, is de Sint-Niklaaskerk in principe elke dag open van 9 tot 12 uur, behoudens onvoorziene omstandigheden. Vermits ze op een fietsroute ligt, komen geregeld vakantiegangers van elders de rust van dit gebedshuis opzoeken. Wat enkelen van hen in het gastenboek schreven, willen we u zeker niet onthouden.
‘ Met vijf dames uit Mol fietsen we van Wetteren naar Lier vandaag. We branden een kaarsje voor geen regen onderweg en een veilige thuiskomst.’
‘ Prachtige combinatie authentiek met modern, schitterende kerk met hemelse muziek.’
‘Wat een leuke kerk! Een voorbeeld voor heel Vlaanderen!!!’
‘Fijn dat deze kerk open is deze namiddag, Onze-Lieve-Vrouw… Dag mama, ik mis je!’
Godelief – gepubliceerd 2015