DE VELE LEVENS VAN MARK DE VOS

Van de levens van katten kende ik het spreekwoord. Nadat Mark me zijn verhaal vertelde, weet ik het zeker: Sommige Vossen kunnen daaraan tippen….

1ste leven: laten we met het begin beginnen.
Mark werd geboren in 1947. Hij groeide op in een Willebroeks gezin . Ze waren met zes: vier meisjes en twee jongens. Zijn moeder was, zo vertelt Mark, zeer devoot en zijn vader was , naar zijn grote voorbeeld Cardijn , zeer christelijk en vooral zeer sociaal bewogen. Moeder had graag één van haar twee jongens priester zien worden…
En een prettige anekdote : als kleine jongen kreeg Mark een altaartje met alles erop en eraan en zo kon hij al een beetje oefenen….


2de leven : Mark ging naar school, maar vooral ook naar de Chiro.
Van burchtknaap tot leider, hij doorliep het allemaal, met uiteraard als hoogtepunten de jaarlijkse vakanties in “’t huizeke” in Kasterlee.


3de leven : Neen, Mark koos niet voor het seminarie.
Hij werd accountant en werkte op één van de grootste accountancykantoren. Zijn taak was vooral advies geven i.v.m. de sociale wetgeving.
Omdat hij dat goed wilde doen , volgde hij na zijn werk sociale school .
Toen zijn baas een vennootschap oprichtte , werd Mark één van de drie bestuurders.
Het bedrijf werd verkocht en kwam uiteindelijk onder “Ernst en Young”. Ook daar volgde Mark de personeelszaken op in het door de staat erkende sociaal secretariaat.
Daarnaast was hij ook nog acht jaar raadsheer aan het Arbeidshof in Gent.
Als lid van het dagelijks bestuur klopte hij 80 uren weken. Dat was teveel en Mark besloot zijn ontslag te geven.
Dat werd na zes maanden eindelijk aanvaard. Mark was toen 49 jaar.


4de leven: Een leven dat met het vorige en de volgende levens samenloopt, een gezinsleven.
Mark trouwt met Nicole en ze krijgen twee kinderen : een jongen en een meisje. Die hebben nu ondertussen ook elk twee kinderen. Dus ondertussen zijn Mark en Nicole fiere grootouders.


5de leven: Mark zoekt en vindt…
Hij kocht boeken en tekenmateriaal en zou het rustig aandoen .Maar al gauw beseft Mark dat dit geen bezigheden voor de rest van zijn leven kunnen zijn. Hij heeft interesse voor geschiedenis en godsdienst en na een gesprek met zijn vriend Leo besluit hij naar het seminarie in Mechelen te gaan.
Na drie jaar studie wordt hem de vraag gesteld: waarom geen diaken worden?
Na overleg met ook weer Leo en enkele anderen, besluit hij de 5 jaar studie aan te vangen .
Zijn stage en werkplek: Leuven –centraal. Hij bezoekt er bewoners in hun cel en Mark geeft toe dat dat soms met een heel klein hartje was.
De voorzitter van de Leuvense gevangenis stelt voor om de diakenwijding in Leuven-centraal te laten doorgaan. Kardinaal Daneels is akkoord , maar justitie niet. De wijding is dus in Sint Rombouts op 7 september 2001.
Toen de plaats van aalmoezenier in Mechelen vrij kwam, verhuist zijn werkplaats naar daar. Van 300 gevangenen in Leuven, worden het er 115.
Mark wordt hoofdaalmoezenier en kent zo de Vlaamse gevangenissen als zijn broekzak, zonder zelf een strafblad te hebben (veronderstellen we toch…)Wekelijks gaat hij er voor in gebedsvieringen.
Hij richt, naar het voorbeeld van de Brugse gevangenis, gespreksgroepen op .Er wordt telkens een ander thema besproken in groepen met 6 gedetineerden en 6 vrijwilligers van buiten.

6de leven: 1 januari 2012 weer op pensioen, maar weer niet voor lang .
Op 8 februari sterft Joris, de pastoor van Blaasveld en Heindonk .
Eerst word Mark voorganger in Heindonk, later ook in Blaasveld en als men hem nodig heeft ook in andere parochies van de intussen opgerichte federatie.
Zijn 6de leven is wel heel druk, maar zo zegt hijzelf: hoe drukker, hoe liever…
Spirituele rust zoekt en vindt hij bij de trappisten en broeder Nathaniël in Westmalle.
Dus ook in zijn 6de leven is Mark gelukkig, zij het niet helemaal…want hij zegt me dit:
“Als diaken en voorganger kan ik moeilijk voorbij aan de situatie waarin onze Kerk is verzeild geraakt. Een aantal weken terug heeft de Kerk een jaarrapport gepubliceerd…het waren cijfers van 2017, m.a.w. de cijfers zullen nog lager liggen nu. Uiteraard is het erg, om niet te zeggen dramatisch dat het aantal gewijde dienaars zo drastisch daalt. Dat de verantwoordelijken maatregelen moeten nemen om de continuïteit te verzekeren, begrijp ik.
Maar wat zien we? Kerken worden gesloten, vieringen afgeschaft, kerken krijgen nevenactiviteiten die nog maar weinig met geloof te maken hebben(tentoonstellingen, concerten,…) en dat allemaal omdat de Vlaamse regering de druk verhoogde.
Moet dat allemaal zo snel? Waarom vieringen afschaffen nu er nog wel priesters of voorgangers beschikbaar zijn. De trouwe kerkgangers begrijpen het niet en ouderen zien het niet zitten om zich vele kilometers te verplaatsen voor de zondagsdienst.

Waarom schenkt de Kerk zo weinig vertrouwen aan leken , mannen en vrouwen , om voor te gaan in uitvaarten en gebedsvieringen? Waarom heeft men mannen en vrouwen zo weinig aangemoedigd om opleidingen te volgen, zodat zij zouden kunnen samenwerken met priesters en diakens? Gelukkig zie ik hier en daar leken die zich met hart en ziel inzetten. Zij hadden aangemoedigd moeten worden om de stap naar voorganger te zetten.
We mogen de moed zeker niet opgeven, we moeten elkaar blijven bemoedigen . De Heer zal ons daarin helpen.”
Op zijn zevende leven zit Mark echt niet te wachten.
Maar weet je Mark: Je moeder en je vader zouden trots geweest zijn! En de parochianen van Heindonk en Blaasveld zijn je dankbaar. Dankjewel voor dit gesprek.

Anita

gepubliceerd maart 2019