VAN DE BERGEN STROOMT DE VREDE OMLAAG
Pasen is de tijd van vreugde, bevrijding, nieuw leven. Paaseieren, een paasboom zijn de symbolen die we maar al te graag aan deze tijd koppelen.
Tijdens de paaswake van Stille Zaterdag worden de 4 paaskaarsen voor de 4 geloofsgemeenschappen van de parochie Willebroek gewijd. Een jaar lang zullen ze branden in onze kerken: tijdens vieringen, uitvaarten, huwelijken, doopsels.
Met Pasen en bij zoveel andere gelegenheden wensen wij elkaar de vrede. Naar aanleiding hiervan publiceren we graag een bezinning over vrede in de Bijbel en bij ons, een tekst in 2016 geschreven door Wilfried Rossel.
De titel van de bezinning is een citaat uit psalm 72.
Er is geen vrede
Dit schitterend poëtisch gebed (psalm 72) zet ons aan het denken. Dit gedicht werd ooit geschreven door mensen die in de feitelijke toestand diep ontgoocheld waren. De regerende koningen lieten het afweten. Ze zorgden wel voor eigen rijkdom. Een sterk leger brachten ze op de been. Voor zichzelf bouwden ze mooie paleizen. Veel vrouwen hielden ze er op na. Ze omringden zich met mensen die applaudisseerden en tuk waren op eigenbelang. De gewone mensen waren van dit alles de dupe. Ze werden als werkslaven gebruikt, dienstpersoneel zonder rechten. Hierbij denk je onwillekeurig aan de Indische en Filipijnse slaven en slavinnen van de oliesjeiks in Arabische landen. Regeringsleiders met een hart en een daadkrachtige toewijding voor de kleine mens, waren er niet te vinden. Iedereen die aan de macht kwam had eerst en vooral oog voor eigen bezit, familie, clan, eigen belangen. Het algemeen welzijn was zeker niet hun eerste zorg. Zo was het ten tijde van psalm 72: diep teleurgesteld en gefrustreerd waren de gewone mensen door het egocentrisch optreden van hun verantwoordelijken. “Vrede, vrede”, riepen de profeten en “er is geen vrede”.
Ooit komt er vrede
Vanuit een ontembare hoop op beterschap, tuurden de gelovige mensen naar de toekomst. Ooit wordt het beter. En toch is beterschap op komst. Ooit komt er vrede in overvloed. Opgeven doen we niet. We kijken vooruit. Als er ooit een koning aan de macht komt met een edel hart, dan moet hij aan de macht blijven, zo lang mogelijk. Zo’n man mag niet sterven. De echte vrede zal hij stichten. Psalm 72 bidt onstuimig voor het welzijn van zo’n ideale, messiaanse koning: “Mijn God, verleen de koning wijsheid. Hij moge uw volk rechtvaardig besturen. Dan stroomt vrede omlaag van de bergen en van de heuvels het recht. Hij zal het geringe volk beschermen, de armen verlossen en hun verdrukkers verslaan. Lang zal hij leven, zoals de zon blijft bestaan, zolang de maan aan de hemel staat. Hij zal voor ons zijn als de dauw op de velden, als regen die mild de aarde besproeit. Een weelde van graan zal de velden bedekken, de oogst op de bergen ruist als een woud, bevolkt zijn de steden als vruchtbare weiden. Zijn naam zij een zegen voor alle stammen, bij alle volken met lof vermeld” (Ps.72. Passim).
Gedragen wij ons ook als vredestichters?
Hier kunnen we zeker de figuur van Nelson Mandela vermelden. Dun gezaaid zijn machthebbers zoals hij, die niet op de eerste plaats aan zichzelf denken.
Merkwaardig is het dat het gelovig Israël zijn hoop op een rechtgeaarde, vredestichtende figuur, nooit opgegeven heeft. Deze droom werd nooit naar de archieven verwezen. Integendeel, Israël heeft altijd reikhalzend uitgekeken naar een betere toekomst.
Zijn wijzelf niet alleen vreedzaam, maar gedragen we ons ook als vredestichters in hart en nieren, in gedachten, in uitspraken en geschriften en in daadkrachtig optreden?
In verband met de vluchtelingencrisis was het aangrijpend op grote Duitse affiches te mogen lezen: “Welkom! Wij houden van jullie. Wij beloven jullie te helpen”. Is Angela Merkel inderdaad zo’n bijbelse figuur waarover Psalm 72 droomt? Een balsem voor het hart is het de Duitsers in een andere gedaante te zien. Je kunt er niet naast kijken: ze bevorderen een cultuur van een nieuwe universele vrede.
Natuurlijk kunnen we ons blijven blindstaren op de plekken in de wereld waar er zo weinig vrede is. We weten en zien het: ijverig wordt er gebouwd aan nieuwe ijzeren muren aan de grens tussen Servië en Hongarije. Ook in Betlehem worden betonnen muren gebouwd door de Israëlische overheid waarbij Palestijnse olijfgaarden en wijngaarden weggebuldozerd of ingepalmd worden. We lezen in de krant: president Assad van Syrië gaat maar door met het doden van zijn eigen volk. IS ontpopt zich tot een inhumane moordenaarsbende. In Myamnar behandelen de hindoes de moslims als tweederangsburgers en als uitschot.
De lijst van gewelddaden begaan door Boko Haram en Al Sjabab in Afrika is eindeloos. Wij, tijdgenoten van Wereldoorlog II moeten niet te hoog van de toren blazen…
Vrede is nog veraf
Ondertussen, op het ritme van drie stappen vooruit en twee achteruit, is Europa meer en meer één geworden, bestaat er een internationaal gerechtshof in den Haag, kunnen despoten en tirannen op lange termijn, op het matje geroepen worden. Lang is nog de reis naar een universele overeenkomst tussen volkeren op onze kleine, blauwe planeet.
“Vrede”, roept men overal. Twee vingers steekt men omhoog, maar vrede is nog veraf. In Zwitserland hebben wetenschappers na een nauwkeurig onderzoek vastgesteld dat gras in de weiden beter en malser is in vredestijd, dat de koeien ook rustiger zijn en meer melk geven. Hoe zegt Psalm 72 het ook weer? Wanneer mensen vrede stichten, “daalt de regen mild over de aarde”.
“Geef vrede, Heer, geef vrede, bekeer ons felle hart” (lied 516 in Zingt Jubilate).
Wilfried Rossel – gepubliceerd april 2017