Lichtmis: 3 benaderingen: het authentieke bijbelverhaal en zijn vele lagen, ijkpunten in tijd en traditie en een pleidooi voor ‘laat de lichtjes nog even branden’.
DE VELE LAGEN VAN LICHTMIS
Maria-Lichtmis wordt gevierd met kaarsen en pannenkoeken. Voor christenen is Jezus het Licht. Ontdek de vele lagen in dit traditionele feest!
De bijbelse betekenis
Op 2 februari, Lichtmis, vieren we het feest van de Opdracht van de Heer in de tempel. Zoals elk joods jongetje wordt ook Jezus toegewijd aan God.
In het oude Israël mochten vrouwen een tijdje na hun zwangerschap niet deelnemen aan het openbare leven. Volgens de joodse wet (Leviticus 12) moest de moeder zich laten reinigen in de tempel. Om zich te zuiveren, konden de jonge ouders een duif en een ram offeren. Voor armen volstonden twee duiven. Bij de geboorte van een meisje was dat na 80 dagen. Beviel de moeder van een jongen, dan gebeurde de reiniging na 40 dagen. Zo dus ook na de geboorte van Jezus.
Simeon en Hanna wachtten Jezus op in de tempel. De evangelist Lucas schetst hen als vertegenwoordigers van het Oude Verbond die hun vertrouwen in God bewaard hebben. Simeon had van de heilige Geest de belofte ontvangen dat hij niet zou sterven vooraleer hij de Messias had gezien.
De betekenis in de wereld van vandaag
De volkse en oude benaming van het feest op 2 februari verwijst naar Maria: Maria-Lichtmis. Toch gaat Lichtmis in de eerste plaats over Jezus. Wat over Maria verteld wordt, staat altijd en overal in functie van Jezus. Zij verwijst steeds naar haar Zoon.
Op Lichtmis draagt Maria Jezus letterlijk de wereld in. Jezus verschijnt nu voor de eerste maal onder het volk.
Zoals Jezus werd opgedragen in de tempel, zo is het op vele plaatsen de gewoonte om op 2 februari – of de eerstkomende zondag – alle pas gedoopte kinderen met hun ouders in de liturgie te verwelkomen.
Lichtmis = einde kersttijd
Het tijdstip waarop we Lichtmis vieren, laat zien dat het de laatste feestdag is waarvan de datum verbonden is met Kerstmis. Overeenkomstig de joodse wet werden jongetjes 40 dagen na hun geboorte in de tempel opgedragen. Zo ook Jezus. Lichtmis valt daarom precies 40 dagen na Kerstmis. Hiermee wordt de kersttijd definitief afgesloten.
Onder meer in Polen en Guatemala wordt Kerstmis gevierd tot Lichtmis. Kerstbomen worden daar niet, zoals in de meeste andere landen, na 6 januari opgeruimd, maar pas op 2 februari. Ook in Parijs blijven de kerstlichtjes tot op Lichtmis branden.
Lichtmis is letterlijk hét feest van het licht: eertijds een dag van kaarsenwijding en kaarsjesprocessies. In vele talen verwijst de naam van Lichtmis trouwens rechtstreeks naar kaarsen, zo is er het Zweedse Kyndelsmässodagen en het Franse Chandeleur. Verder is er de gelukkig makende terugkeer van het licht na de donkere december- en januarimaanden, een glimp van het einde van de winter of liever het aarzelende begin van de lente.
Lichtmis = een ijkpunt in de tijd
De vroegste verwijzing van een ‘Lichtmisviering’ werd opgetekend door een pelgrimzuster in 381-384. Ze meldt dat 14 februari plechtig gevierd werd in Jeruzalem met een processie naar de basiliek van het Heilig Graf, een homilie over het betreffende Lucasevangelie en een eigen liturgie. De datum van 14 februari toont aan dat in die tijd in Jeruzalem de geboorte van Jezus nog altijd op 6 januari (Epifanie) gevierd werd, een liturgische kalender die nog steeds door de Russisch-orthodoxe kerk gevolgd wordt. Het was de Romeinse keizer Constantijn de Grote (280-337) – de man die het christendom bestaansrecht gaf – die in zijn rijk voor een aantal kalenderaanpassingen zorgde. Zo verschoof hij de viering van de geboorte, Kerstmis, naar 25 december. Deze verschuiving paste perfect in de samensmelting van de oude religies met het christendom. De Latijnse landen vierden immers in die dagen de Dies Natalis Solis Invicti, de Dag van de Onoverwinnelijke Zon, de noordelijke Germaanse landen het Joelfeest. Lichtmis verschoof zo mee naar 2 februari. In één beweging maakte hij ook van de zondag de rustdag voor zijn hele rijk, kerkelijke en wereldlijke macht waren immers verweven. In de Germaanse landen raakte Lichtmis inhoudelijk vermengd met het feest van de heilige Brigida. Haar verering is dan weer terug te voeren op die van de Keltisch-Ierse moedergodin Brigit/d, die verchristelijkt werd tot de belangrijkste vrouwelijke heilige van de Ierse kerk, Sint-Brigida van Kildare, naamdag 1 februari. De dagen rond Lichtmis vallen zo samen met het scharnierpunt tussen het wintersolstitium of midwinter en de lente-equinox of het begin van de lente.
Lichtmis = een Mariafeest
Volgens dezelfde Joodse traditie moet een vrouw veertig dagen na haar bevalling een reinigingsritueel ondergaan in de tempel. Dit klinkt nog door in de Latijnse naam ‘In puricifatione Beatae Mariae Virginis’ of het feest van de zuivering van de zalige maagd Maria. De tempelgang van Maria heeft onze streken tot de traditie van de kerkgang geïnspireerd. Deze zegening wordt voor het eerst in de 11e eeuw in Duitsland vermeld ofschoon de gewoonte al in de 9e eeuw bekend moet zijn geweest. In de katholieke traditie gaat het echter niet om een soort reinigingsritueel. De kerkgang was het eerste kerkbezoek van de moeder. Ze werd dan gezegend door de priester, een kaars in haar linkerhand en het kindje en de stool van de in het wit geklede priester in haar rechterhand. Bij een zijaltaar werd er dan gebeden. De jonge moeder kreeg soms een witte sluier omgelegd, het kindje een scapulier. De kraamvisite (het bezoek van de buurvrouwen na de eerste kerkgang van de kraamvrouw) had in de volksmond verschillende benamingen: kindjeskermis, elders wievemoal (Drenthe), wivedei (Friesland), koffiebale (West-Vlaanderen). De kerkgang raakte in onbruik in de jaren 1960. Een poging tot herwaardering van deze traditie is een kerkelijke plechtigheid met het geven van de kinderzegen aan de dopelingen van het voorbije jaar.
Lichtmis = prille begin lente
Lichtmis markeert ook het einde van de donkere wintertijd.
Wist je dat de lente in de Keltische kalender al aanbreekt op 1 februari? Bij de Kelten begint alles met de nacht: met de stille, donkere aanloop. Dat klopt. Een mensenleven begint ook in de buik, een plant begint met een zaadje onder de grond. Wat wij het begin van de lente noemen, is eigenlijk het doorbreken ervan. Het begin komt veel eerder. Januari en februari lijken doods, maar je kunt ze ook zien als de maanden waarin zich de voedingsbodem vormt voor de lente. Na al dat stille verlangen is de lente pas echt een uitbarsting van levenslust.
Godelief
JEZUS WORDT OPGEDRAGEN IN DE TEMPEL
40 dagen na de geboorte van een zoon moet het reinigingsoffer gebracht worden, zo schrijft de Mozaïsche wet het voor. Dus trouw aan de voorschriften gaan Jozef en Maria op weg naar de tempel om het offer te volbrengen. Een lam konden ze niet kopen, ze offerden twee duiven wat meer aansloot bij hun afkomst.
Eerstgeborene
Omdat de joden er zich bewust van waren dat het leven door God geschonken is en de mens er alleen de vruchtgebruiker van is, werden de eerste vruchten van de nieuwe oogst en de eerstgeborenen van het vee aan de Schepper geofferd als dank en hulde. Ieder jaar opnieuw verzamelen wij met lichtmis, in onze gemeenschap, alle kinderen die gedoopt zijn in de voorbije 12 maanden. Een dankzegging aan de Heer voor het nieuwe leven dat midden in deze gezinnen mocht komen. Een teken van opname in de grotere gemeenschap van christenen.
Een eeuwenoud feest
Het feest van Jezus’ opdracht in de tempel is een van de weinige feesten die zowel in de Oosterse als in de Westerse kerk gevierd worden. Er wordt reeds naar verwezen in de eerste eeuwen in Jeruzalem. Een processie door de straten van de stad herinnerde aan de reis van Jozef en Maria met hun pasgeborene naar Jeruzalem. Tot vandaag voorziet de liturgie in de processie, waaraan vanaf de tiende eeuw een wijding van de kaarsen toegevoegd is. Het bezorgde aan dit feest zijn populaire naam ‘lichtmis’. Het licht dat toevertrouwd wordt aan onze handen verbindt ons niet alleen met Maria en Jozef, die opgaan naar de tempel, maar ook met Simeon en Hanna, die het kind ontvangen als het ‘licht dat schijnt voor alle mensen’. Door de Geest geleid, zoals eerst Maria en Jozef deden, neemt ook Simeon het kind bij zich en wordt hij vervuld van een grenzeloze troost.
Simeon
Simeon was oud en ook Hanna . Zij vertegenwoordigen beiden heel de mensheid die wacht op verlossing. In onze vergrijzende samenleving zien we hen ook als voorbeeld van een mooie oude dag. Steeds vaker ontmoet ik mensen die hun laatste levensjaren somber en met weinig perspectief tegemoet gaan met als enige troost de herinnering aan de jaren die voorbij zijn. Simeon en Hanna zeggen het hardop dat de tijd van oud worden geen schipbreuk is, geen schande, geen tijd om triestig te ondergaan, maar dat je die hoopvol kunt beleven. Ze sluiten hun ogen niet voor hun eigen zwakheid, voor de kracht die afneemt, de afnemende mogelijkheden. In dit kind vinden ze een nieuw gezelschap, een nieuwe zin voor hun oude dag. Simeon kijkt zoals alle grootouders in onze families. Ze kijken met bewonderende blik naar de kinderen in hun midden. Ze zien in hen de toekomst en de belofte groeien.
Hanna
De oude Hanna ontvangt uit die ontmoeting nieuwe energie en nieuwe kracht om God te loven en te spreken over het kind aan al wie ze ontmoet. Simeon en Hanna geven blijk hoe het laatste deel van hun leven op een spirituele manier te beleven. Voor hen was dit het belangrijkste deel . En zo kan het ook zijn voor veel ouderen vandaag.
Genade
We verwelkomen met Lichtmis opnieuw het Licht in ons leven. Net als op Kerstmis breekt Hij in, in ons samenleven. We kijken en erkennen de diepste verwachting in Hem en in de kinderen onder ons. Hij laat het licht niet wegdeemsteren maar wil alles gloed geven. Hij wil ons helemaal vervullen met Gods wijsheid en genade.
Paul Van Assche
LAAT DE LICHTJES NOG MAAR EVEN BRANDEN
De duisternis kan het licht niet overwinnen, maar dat is niet altijd even makkelijk te geloven. Zeker niet als de kilte van alle kanten aan komt ‘waaien’.
Het is ondertussen februari, enkele dagen na het feest van Maria Lichtmis. Een maand geleden liet ik tussen de restanten van het vuurwerk van oudejaarsavond de hond uit. Even rust na het geknal en de lichtflitsen van de nieuwjaarsnacht. Een buurman stond hoog op een ladder, tegen de nok van zijn huis. Hij maakte de kerstverlichting los van de daklijst, die daarmee de afgelopen weken in volle lengte had geschitterd. Als antwoord op mijn nieuwjaarsgroet en het enthousiast geblaf van de hond klonk van boven: “Ja, ja, de kerst is weer voorbij…”.
Ik zag er maar van af terug te roepen, kersttijd duurt immers tot Lichtmis, het feest van de opdracht van Jezus in de tempel in Jeruzalem. En hij was niet de enige die bezig was de sporen van Kerstmis weer uit te wissen. Ook de fitnesscentra doen weer zilveren zaken deze dagen…
Het is juist in die eerste maanden van het jaar, donker en koud, dan heb je dat extra licht wel nodig.
Kerstverlichting, terwijl het al richting Pasen ging
Een aantal jaren geleden was ik op bezoek bij de universiteit van Winnipeg, in noordelijk Midden-Canada. Het was maart, een ijzig koude periode, de stad lag onder de sneeuw en een bijtende noordelijke poolwind maakte dat je binnen bleef zolang het kon. Binnen en buiten straalden de huizen in de buurt nog volop met hun “kerstverlichting”, terwijl het al aardig richting Pasen ging.
Mijn collega vertelde dat hij de verlichting pas opborg wanneer de laatste sneeuw gesmolten was. “Juist in die eerste maanden van het jaar, donker en koud, dan heb je dat extra licht wel nodig. Alle verlichting is dan welkom, als tegenwicht tegen de kou buiten, maar vooral de kou, die je ook vanbinnen aangrijpt.” Het licht van Kerstmis heb je nodig tot het licht van Pasen dat doet verbleken.
Wij hier halen de verlichting weg, als de koudste en kilste maanden nog moeten beginnen. In onze winkelstraten blijft die langer branden, maar dat heeft een andere reden.
De duister kan het licht niet overwinnen
En die innerlijke kilheid in deze maanden, zeker zolang er niet volop in de zon kan worden geschaatst of gewandeld…. En meer dan ooit nu, nu er nog altijd oude brandhaarden van sociale spanning en oorlog niet geblust zijn en nieuwe ontstoken worden. Een innerlijke kilheid en duisternis, vooral voor de mensen daar, maar ook hier bij ons en elders in de wereld, waar mensen zich zorgen maken over escalatie en de weerslag op ellende voor de gewone mensen, met vaak een onweerstaanbare drang tot migratie als gevolg. Dan is het goed te weten en te tonen dat het duister het licht niet kan overwinnen. En kunnen wat lampjes en kaarsen een teken zijn van onze christelijke hoop dat licht, goedheid en geweldloosheid uiteindelijk het laatste woord zullen hebben.
Bron: Jan Peters sj. Ignis