HAAL JIJ OOK EEN ASSEKRUISJE OP ASWOENSDAG?

Tijdens de veertigdagentijd proberen we de essentie van het leven op het spoor te komen. Door heel bewust te onthechten, gaan we op zoek naar wat er in relatie tot onszelf, anderen en God écht belangrijk voor ons is. Vasten is een periode van zelfonderzoek: Wat moet er zeker bijgehouden worden in mijn leven? Welke zaken gooi ik beter overboord?

Deze ‘opruimactie’ kan vele gezichten en vormen kennen. Sommigen kiezen ervoor om tijdens de vasten letterlijk te onthechten. Door minder te eten, bijvoorbeeld, of door bepaalde zaken – zoals vlees – van het menu te schrappen. Men kan er ook voor opteren heel bewust bij het leven stil te staan. Doorheen meditatie en/of gebed vindt er reflectie plaats. Door naar binnen te keren, ontdekken we wat er allemaal speelt en kunnen we onderscheiden wat ons te doen staat in het leven!

Aswoensdag is het begin van de vasten of veertigdagentijd. Doe jij ook mee?

Ontstaan, betekenis en liturgie van Aswoensdag

Aswoensdag ontstond uit de praktijk van de openbare boete: wie een zware zonde begaan had, meldde zich aan bij de bisschop en bij het begin van de veertigdagentijd werd hem een boetekleed aangetrokken en werd hij met as bestrooid. In een ritueel werden de boetelingen uit de vierende gemeenschap gebannen. Deze gebruiken waren reeds gekend in het Oude Testament en zelfs in het heidendom. As werd gezien als uitdrukking van droefheid, vergankelijkheid, boete, bekering en vernieuwing.

Tegen het einde van het eerste millenium begonnen steeds meer gelovigen, die zich bewust waren van hun eigen zondigheid, zich met as te bestrooien. Toen dan ook het gebruik van de openbare boete verloren ging, werd de praktijk van de asoplegging voor alle gelovigen algemeen. In tegenstelling tot de boetelingen werden de gelovigen niet uitgestoten uit de geloofsgemeenschap, maar ze werden wel afgezonderd van het priesterkoor door middel van een hongerdoek. Aanvankelijk werden bij de mannen de as op het hoofd gestrooid en bij de vrouwen een kruis op het voorhoofd getekend. In de twaalfde eeuw werd vanuit Rome voorgeschreven dat de as afkomstig moest zijn van de verbrande gewijde palmtakjes van het vorige jaar.

Vandaag gebeurt de zegening en het strooien van de as na het evangelie en de homilie. In het zegengebed wordt verwezen naar de bedoeling van de veertigdagentijd: ‘Dat zij met een zuiver hart het paasmysterie kunnen vieren van uw Zoon’. Daarna wijdt de priester de as en bestrooit de gelovigen met de woorden ‘Gedenk mens dat gij van stof zijt en tot stof van de aarde wederkeert’ (Gn 3, 19) of ‘Bekeer u en geloof in de blijde boodschap’ (Mc 1,15). De twee lezingen (Joël 2, 12-18 & 2 Kor 5, 20 – 6, 2) zijn een oproep tot bekering en verzoening en het evangelie (Mt 6, 1 – 6.16-18) waarschuwt ervoor om het geven van aalmoezen, het bidden en het vasten niet te doen opvallen.

Waarom as?
As staat duidelijk symbool voor ‘vergankelijkheid’. Vanuit het besef dat het ieder moment met ons gedaan kan zijn, kunnen we geen tijd verspillen om ons te verzoenen met de anderen en met God.
Maar as heeft ook een ‘reinigende kracht’. Vroeger werd er zelfs mee gewassen. Een braakland afbranden ‘maakt’ de grond ‘vruchtbaar’ en schept ‘ruimte’ voor nieuwe gewassen.

Wat gebeurt er precies in de viering van Aswoensdag?
Vlak voor de viering ‘verbrandt de voorganger palmtakken’ van de Palmzondagliturgie een jaar eerder. De as daarvan wordt na de evangelielezing en de homilie gezegend. Het bijbehorende gebed onthult de ‘bedoeling van dit ritueel’: dat wij met een zuiver hart het paasmysterie kunnen vieren.
Vervolgens besprenkelt hij de as met wijwater. Gelovigen komen naar voren en de priester of diaken tekent met het mengsel een kruisje op hun voorhoofd. Vroeger zei dan de priester: ‘Gedenk o mens dat je van stof bent en tot stof zal terugkeren.’ Nu wordt meestal een nieuwe formule gebruikt: ‘Bekeer je en geloof in het evangelie.’

Waarnaar verwijst het getal 40 in veertigdagentijd?
De veertigdagentijd begint met Aswoensdag en eindigt met paaszaterdag. Als je de zondagen, waarop nooit gevast wordt, niet meetelt, kom je aan 40 dagen.
40 is in de Bijbel het getal dat doet denken aan een tijd van inkeer en overgang. Zo verbleef Noach 40 dagen en nachten in de ark. Het volk Israël trok 40 jaar door de woestijn. En Jezus verbleef zoveel dagen in de woestijn.

Waarom spreken we tegenwoordig meer van veertigdagentijd dan van vasten?
Vroeger werd tijdens de veertigdagentijd geen vlees of eieren genuttigd. Vandaag houdt de kerk nog enkel vast aan Aswoensdag en Goede Vrijdag als vastendagen (en bij uitbreiding alle vrijdagen van de veertigdagentijd). De voorbereiding op Pasen gebeurt immers niet enkel door vasten. Meer dan een ‘oefening in onthechting’ is de veertigdagentijd voor christenen een periode van ‘solidariteit en spiritualiteit’: delen van je overvloed (met name via Broederlijk Delen) en aandacht voor het gebed.
Toch wordt het vasten zelf vandaag herontdekt, onder meer door de groeiende bewustwording van de nefaste invloed van ons consumptiegedrag op milieu, klimaat en sociaaleconomische verhoudingen.
De meeste gelovigen kijken naar wat zich op dat moment opdringt: minder alcohol of koffie drinken, de fiets gebruiken in plaats van de auto, enzovoort. Maar ook meer aandacht schenken, meer verdragen, meer stilte en eenvoud.
Vasten heeft een verbindende kracht. Je doet het niet voor jezelf, maar voor de ander, voor God.

Mark De Vos
(Bron: J. Lamberts, Volksgebruiken in de loop van het liturgisch jaar, Averbode, Altiora, 2001, pag. 73-75; kerknet)

Aswoensdag is
terugvallen op wie we zijn als mens,
uit stof en as opgestaan,
uit klei geboetseerd,
en tegelijk bezield met de adem van God.
Het moet voldoende zijn.
We moeten ons geen grotere maat aanmeten.

Gedenken we dat wij mensen mogen staan
in de oneindige ruimte van het heelal.
Een kwetsbare ruimte met zoveel levenskansen.
Gedenken we dat we met eerbied
de aarde onder onze voeten betreden en bewerken.
Met respect voor al wat leeft en beweegt.

Zo hoog als de hemel is boven de aarde,
zo welft de genade Gods over ons.
Als een vader die zich over zijn kinderen buigt,
zo gaat de Eeuwige met ons om.
Hij kent ons en ons vergankelijke leven.
Hij houdt ons in de palm van zijn hand.

Wij mensen,
onze dagen zijn als gras,
als bloemen op het veld,
de wind waait en ze zijn verdwenen.
Maar de liefde van de Eeuwige blijft.

– gepubliceerd februari 2020 –