Op 11 november 2018 is het een eeuw, 100 jaar, geleden zijn dat er een einde kwam aan de Groote Oorlog. De wapenstilstand van die Eerste Wereldoorlog, die om 11 uur inging, werd in de vroege ochtend, om 5.10 uur, ondertekend in een spoorwagon op een rangeerspoor in het bos van Compiègne, in Noord-Frankrijk.
De Westhoek
In de West-Vlaamse Westhoek waar, in de Vlaamse velden, gevochten en gestreden werd om elke morzel grond, ‘leeft’ die Groote Oorlog 100 jaar later nog altijd. In juni vorig jaar bracht ik, als ‘oorlogstoerist’, een bezoek aan Ieper en de Westhoek. We brachten een bezoek aan Tyne Cot Cemetery, de grootste militaire Britse begraafplaats op het vasteland. We luisterden, stil en ingetogen, naar de Last Post onder de Menenpoort in Ieper. En brachten een bezoek aan Talbot House, de ‘every man’s club’, achter de frontlijn in Poperinge. Waar vele Britse soldaten even tot rust kwamen.
Een persoonlijke missie in Houthulst
Maar ik had ook een belangrijke én heel persoonlijke ‘missie’ bij mijn tweedaags bezoek aan de Westhoek. Op de Belgische militaire begraafplaats in Houthulst rust Joannes (Jan) Lauwers, geboren op 31 oktober 1888 in Willebroek. Jan sneuvelde op woensdag 9 oktober 1918 in Oost-Nieuwkerke. Amper een maand voor de wapenstilstand en het einde van de Groote Oorlog. Hij werd 29, net geen 30 jaar oud. Joannes (Jan) Lauwers was de een jaar jongere broer van mijn overgrootvader, Frans Lauwers.
Op de Belgische militaire begraafplaats van Houthulst liggen vooral soldaten die zijn gesneuveld tijdens het op 28 september 1918 ingezette Eindoffensief. De begraafplaats is formeel en imposant. Een kerkhof met parkallures, omringd door bos. Omstreeks 20 oktober 1914 komen Duitse troepen aan in het Houthulstbos. Ze zullen het bos de hele oorlog bezetten. Tijdens het Eindoffensief, in september 1918, heroveren de Belgen het bos, maar tegen een hoge menselijke prijs. In de jaren die volgen wordt het bos ontmijnd en gedeeltelijk herbebost. Ondertussen worden de doden van de vele kleine, over Houthulst verspreide Duitse en Belgische kerkhoven , gegroepeerd. Ongeveer de helft van de Belgische geïdentificeerde doden wordt op vraag van de familie overgebracht naar het kerkhof van hun geboortedorp. Zo komen ze eindelijk terug thuis.
Jan Lauwers is nooit meer, ook niet na zijn dood, weer ’thuis’ gekomen in Willebroek. Ursula De Maeyer, de weduwe van Egied Evarist Lauwers, die haar stiefzoon Jan opvoedde en onderhield tot hij als oorlogsvrijwilliger onder de wapens ging, had niet het geld om haar gesneuvelde stiefzoon weer naar Willebroek te laten overbrengen.
In 1923 koopt de Belgische staat landbouwgrond aan pal tegen de bosrand, precies daar waar de gevechten van het Eindoffensief hebben plaatsgevonden, met de bedoeling er een groot Belgisch kerkhof aan te leggen. Dat kerkhof wordt de laaste halte en rustplaats van alle 1.723 niet-gerepatrieerde Belgische gesneuvelde soldaten. De broer van mijn overgrootvader is één van hen.
Jan, een 25-jarige oorlogsvrijwilliger
Jan was 25 jaar oud, toen hij zich op 3 augustus 1914 liet aanwerven als oorlogsvrijwilliger. Hij deed dat bij de artillerie, in Fort 2 in Borsbeek. Hij werd getransporteerd naar het Belgische opleidingskamp in Auvours, in Frankrijk, waar hij zijn militaire opleiding kreeg. Daarna kreeg hij nog een opleiding als kanonnier. Op 25 mei 1915 werd hij ingedeeld bij het 6de regiment artillerie. Na een hervorming bij de artillerie muteerde hij op 1 januari 1917 naar het 12de regiment artillerie. Hij behoorde tot de ‘klas van 1914’, had het stamnummer 329 en kreeg 7 frontstrepen.
Jan sneuvelde tijdens de grote doorbraak in Oost-Nieuwkerke op 9 oktober 1918. Hij werd eerst begraven in Passendale, op het Belgische kerkhof ‘Mosselmarkt’. Na de oorlog werd deze begraafplaats opgeheven en werd het lichaam van Jan overgebracht naar Houthulst, waar hij tot vandaag rust in graf nummer S-777. De Groote Oorlog duurde voor Jan 4 jaar, 2 maanden en 8 dagen.
Pas in 1922 kreeg zijn stiefmoeder een gift van 300 frank ‘voor ’t herstel der haardstede’ van ’t Comiteit “Hulp en Bescherming” van het strijdersfonds. Postuum kreeg Jan na de oorlog ook nog enkele eretekens toegekend: de Orde van Leopold II, het oorlogskruis, de overwinningsmedaille en de herinneringsmedaille 1914 – 1918.

Gesneuveld, maar niet vergeten
Ik bracht, in juni vorig jaar, voor het eerst een bezoek aan het oorlogsgraf van de broer van mijn overgrootvader, op de terugweg naar huis. Het was een mooie zomeravond, na een warme dag. De militaire begraafplaatsen die we bezochten, de Last Post bij de Menenpoort, een dag eerder… Het bezoek aan de Westhoek beroerde me. Maakte me heel stil. Sterker dan ooit tevoren voelde en besefte ik die dagen dat al deze soldaten, velen zeer ver weg van huis, vochten en streden voor de vrijheid waarin ik vandaag mag en kan leven.
Ik heb mijn overgrootvader en zijn gesneuvelde broer nooit zelf gekend. En toch… daar bij dat oorlogsgraf in Houthulst, die avond, liet ik meer dan één traan. Ik stond bij het graf met een stevige krop in de keel. Je eigen familienaam op die grafzerk zien staan, voelen en beseffen: dit was én is familie. Ik was vorig jaar 37, Jan sneuvelde en is nooit zo oud mogen worden. Nooit kwam de Groote Oorlog dichter bij mijn eigen (familie)geschiedenis. Bij het graf van Jan stak ik zelf ook een klein houten in remembrance kruisje met de symbolische rode poppie in de grond, waar ik ook een korte persoonlijke boodschap op schreef.
Samen met de namen van alle andere Willebroekse jongens en mannen die sneuvelden in de Groote Oorlog, staat ook de naam van Jan Lauwers vandaag nog in bladgouden letters op een marmeren herdenkingsplaat die in de Sint-Niklaaskerk in Willebroek hangt.
Na het overlijden van hun vader Egied Evarist zetten mijn overgrootvader Frans en zijn broer Jan samen de schilderszaak Lauwers voort. Na het sneuvelen van zijn broer zette Frans de schilderszaak alleen voort. Ook mijn grootvader, Evarist samen met zijn broer Gustaaf de tweede en de derde van vier zonen van Frans, bleven als zelfstandigen schilderen en behangen.
Op 9 oktober 2018, dag op dag honderd jaar na het sneuvelen van Jan, waren mijn ouders samen met de oudste zoon van Gustaaf in Ieper, om er onder meer het In Flanders Fields Museum te bezoeken. Jan Lauwers sneuvelde een eeuw geleden, maar is nog niet vergeten!
Kristof Lauwers