Vanuit Willebroek werd mij gevraagd om een Paaswens of een vastenoverweging te schrijven voor het parochieblad en de website. Niet vanzelfsprekend om mijn belevingen binnen de Schutzwohnung om te buigen tot een vastenoverweging. Ik kan alleen maar getuigenis geven vanuit mijn hart. Kan dit als een vastenbezinning gezien worden? In dit getuigenis lezen jullie hoe vandaag mijn inzet is als religieuze bij de internationale congregatie van Salvatorianessen.
SOLwodi Wien
Sedert 1 januari 2017 werk ik als vrijwilliger bij SOLwodi Oostenrijk – Wenen.
De internationale vereniging SOLwodi – solidariteit met vrouwen in nood is een internationale organisatie oorspronkelijk opgericht in Kenia door een in Duitsland geboren missionaris bij de Zusters Missionarissen van Afrika: Zr. Dr. Lea Ackerman.
Midden oktober 2012 opende de eerste Schutzwohnung in Wenen haar deuren voor vrouwen slachtoffer van mensenhandel. Reeds in 2010 engageerde zich een groep religieuzen van verschillende congregaties voor slachtoffers van mensenhandel in Wenen.
Concreet is de inzet in het bijzonder gericht op vrouwen/migrant innen die slachtoffer zijn geworden van mensenhandel, seksueel geweld en uitbuiting.
Soms is kortstondige hulp voldoende, maar meestal is het een proces van één tot twee jaar vooraleer de slachtoffers sterk genoeg in het leven staan om zelfstandig te wonen en om in hun eigen levensonderhoud te voorzien.
Wat bieden wij aan bij SOLwodi?
• Woongelegenheid op een anoniem adres
o momenteel leven 10 vrouwen en 9 kinderen bij ons, in april wordt een 10de kind geboren;
o Ze zijn afkomstig van Roemenië, Tsjechië, Hongarije en Nigeria
• Psychosociale hulp en begeleiding;
• Hulp bij alle administratieve zaken;
• Hulp en begeleiding bij medisch onderzoek, gerecht, sociale en psychische problemen;
• Hulp bij onderwijs o.a. de Duitse taal;
• Arbeidstraining;
• Hulp bij het zoeken naar een job en/of een woning;
• Slachtofferhulp bij processen van mensenhandel;
• En nog zoveel meer….
Hierin mag ik vandaag een kleine schakel zijn. Ik werk er 20 uur/week als vrijwilliger.
Mijn hoop is dit te kunnen doen zolang gezondheid en leeftijd dit toelaten. Het is zowel fysiek als psychisch een zware opgave, 20 uur is echt genoeg voor een gepensioneerde.
Een verslag van enkele dagen rond het begin van de 40-dagentijd
maandag 27 februari
Het is zonnig vandaag, onze vrouwen zijn bijna allemaal onderweg. Best te begrijpen dat ze de eerste warmte op hun huid willen voelen prikkelen. Zelf ben ik enkele uurtjes bezig geweest in onze voorraadkamer: baby- en kinderkleding gesorteerd en wat mij minder modieus of afgewassen leek naar kledingcontainer gebracht. Wij zijn fier op onze kinderen en willen niet dat ze opvallen door afdragertjes van anderen.
In de late namiddag komen één voor één onze vrouwen thuis en verdwijnen in de keuken. Mijn laatste twee uur heb ik dienst in het bureel, onze sociale werkster Daniëlle heeft een gesprek buitenshuis met een mogelijk nieuwe bewoonster. Een 47-jarige vrouw met de Hongaarse nationaliteit, meer dan 14 jaar in de gedwongen prostitutie werkzaam. Ze bezit alleen een groene kaart die toelaat om zich te prostitueren en legaal in Oostenrijk te verblijven. Verder beschikt ze over geen enkel wettelijk document wat haar rechten zou kunnen verschaffen om nog maar te zwijgen van sociale hulp.
Er wordt aangeklopt; twee lieve kindersnoetjes verschijnen: Jaklien en Hosanna. De mama’s koken en het is een ongeschreven regel dat wij dan op hun kinderen passen. Ik neem er een op elke knie en zing liedjes met hen, ze schateren en klappen in hun handjes. In het Nederlands weliswaar: ‘Wat ben ik blij, zo blij dat mijn neus van voren staat en niet opzij’.. Ze hebben dolle pret en ikzelf ook. Ik voel emoties van dankbaarheid bij mezelf om zoveel kindervreugde. De tijd verloopt en Grina, de mama van Jaklien, komt mij uitnodigen om met hen mee aan tafel te gaan. Ik heb absoluut geen honger en straks is het nog Vastenavond in de gemeenschap, maar ik kan echter niet anders dan aanschuiven voor een vettige typische Hongaarse goulash. Het kan niet gezond zijn voor mijn lichaam maar wel voor de psychische toestand van Grina. Zo fier als een gieter vraagt ze wel tienmaal of het mij smaakt. Ik knik maar ik voel mij veeleer gedwongen om het te laten smaken. Ondertussen vertelt ze mij haar hele prostitutieverleden en haar grote hoop om ooit werk te vinden zodat Jaklien een betere toekomst krijgt. Die avond trek ik met een hart vol emoties de deur achter mij dicht en wandel naar huis prevelend ‘God wat ben je goed voor mij’. Onderweg bid ik voor een betere toekomst voor onze vrouwen met hun kinderen.
dinsdag 28 februari
Vroegdienst vandaag: een blik in de keuken zegt mij dat ik niet anders kan dan ze op te ruimen. Ik begin eraan, was onze hele voorraad kookpotten af – 18 stuks én 3 grote braadpannen – . Ik vul de afwasmachine met glazen, borden en bestek en laat ze draaien. Dweil vlug de vloer voordat zr. Anna komt, anders krijg ik opnieuw te horen dat dit niet mijn werk is, dat de vrouwen dit zelf moeten doen. Maar ik kon het niet zien hoe het er opnieuw bij lag. Bovendien komt straks onze nieuwe bewoonster met de begeleiders van Herzwerk. Een rondgang door het huis zou alles behalve goed overkomen.
Om 10.30 uur gaat de huisbel, onze nieuwe bewoonster meldt zich. Aangezien Daniëlle een belangrijke telefoon afhandelt in verband met de nationaliteitspapieren van Alexandra en Christian, de kinderen van Ralucca, open ik de deur. Drie vrouwen met een 10-tal kleinere plastiek winkeltassen staan voor de deur. Weemoed overvalt me, tranen komen in mijn ogen, dat mag echter niet, dit kan niet, ik moet sterk zijn. Gelukkig kan ik mij snel herpakken en verwelkom ik het drietal. Ik vergezel hen naar kamer 23 – een noodkamer, zeer klein, nog kleiner dan de andere kamers. Donderdag komt er een kamer vrij, Adriana met haar 6 weken oude zoontje James verlaat ons. Ze was 18 maanden in de Schutzwohnung, moet ons huis verlaten omdat ze te dikwijls de regels heeft overtreden. Het verloopt allemaal minder vlot dan gehoopt – ineens wil de vrouw niet blijven. Ze wil terug naar Herzwerk, een plaats waar daklozen onderdak vinden in Wenen. Daniëlle overlegt met de vrouwen van Herzwerk. Na een lange telefoon is ze bereid om zich toch het huis te laten tonen en om de huisregels onder ogen te nemen. Ondertussen is het 14 uur en zit mijn dienst erop. Benieuwd naar morgen!
Honderd en één gedachten komen in mij op terwijl ik naar huis wandel; 10 plastiektassen… is dat het hele bezit van een 47-jarige vrouw? Waarom wou ze terug? Ze weet misschien dat haar een lange weg van therapie te wachten staat? Daarnaast moet ze een cursus Duits en een arbeidstraining volgen, identiteitspapieren en sociale zekerheid in orde brengen, werk vinden zodat ze op termijn een woonst kan huren om op eigen benen te staan. Haar vier kinderen – 22, 21, 20 en 16 jaar- wonen in Hongarije. Ze is gescheiden van haar gewelddadige man en in de gedwongen prostitutie beland.
Morgen is het Aswoensdag – Tijd van Omkeer – Bekering – om met Pasen op te staan en de Verrijzenis van Onze Verlosser te vieren. Hoe kan ik die boodschap van verlossing bij onze bewoners overbrengen? Mijn voornemens zijn niet te groots: met geduld en heel veel evangelische liefde onze vrouwen met hun kinderen kunnen en mogen omarmen – zodat ze zichzelf als vrouw steeds meer de moeite waard zouden vinden.
woensdag 1 maart – Aswoensdag
Zoals elke dag beginnen wij met het morgengebed in onze kleine huiskapel. Melanie heeft deze week de leiding van het gemeenschapsgebed, ze baseert zich op het evangelie van de dag. Met haar prachtige sopraanstem zingt ze psalm 51 waarin wij worden opgeroepen om ons te bekeren. Na een stille tijd delen wij aan elkaar wat ons bijzonder heeft aangesproken in het evangelie van de dag: als je vast zet dan geen somber gezicht op, wij sluiten ons gebed af met het Onze Vader.
Patricia en ikzelf hebben vandaag supervisie voor de medewerkers van de schutzwohnung, voor mij is het de eerste maal.
Het was voor mijn collega’s al een spannende morgen. Ze kwamen rechtstreeks van onze schutzwohnung en hadden pas vernomen dat de moeder van Laura, een van onze vrouwen ‘s nacht overleden was. Laura is totaal overstuur. Haar moeder had kanker, er was gepland dat ze donderdagavond zou afreizen naar Hongarije om haar te bezoeken. Laura is pas 20 jaar, heeft al 2 kinderen: Kevin (2,5) en Jasmien (6 m). Ze heeft nog heel veel begeleiding nodig en nu dit er bovenop! Ook Kevin krijgt al psychologische hulp, hij werd als baby meermaals verkracht door haar eigen vader en toenmalige vriend. Het zal niet eenvoudig zijn om haar op te vangen wanneer ze terugkomt.
Dan is de nieuwe bewoonster die zeer veeleisend: ze durft niet alleen de straat en verwacht hier een viersterrenhotel. Ze wil vandaag naar de arts, maar ze heeft geen enkel officieel papier in handen. Hoe dit geklaard?
Kleine Gift mag vandaag een proefdag draaien als verkoopster, maar wat met haar dochtertje Angel dat bij de onthaalmoeder is en om 15 uur moet afgehaald worden? Allemaal zorgen van praktische aard; het is niet simpel alles in goede banen te blijven leiden.
Ikzelf heb deze namiddag Widney om haar te leren lezen en schrijven. Ik wil de eucharistieviering om 18 uur niet missen: een mooie stijlvolle viering voorgegaan door Kardinaal Christoph Schönborn in Stephansdom. De zang sidderde na tot in het diepst van mijn ziel. ’s Avonds leg in mijn dag in Gods handen en ik ervaar dat de supervisie mij een totaal nieuwe blik heeft gegeven op mijn collega’s. Ik ben verwonderd dat ze één voor één niet zo gelukkig zijn. Daniëlla voelt zich overbevraagt, Maria en Ingrid vinden dat ze te weinig bereiken met de vrouwen, Patricia heeft als verantwoordelijke van SOLwodi Oostenrijk te weinig tijd. Ik ben blijkbaar de enige die zich goed voelt. De vele kleine taken, de vertrouwensrelatie die zich langzaam opbouwt met onze vrouwen en hun kinderen, het doet me deugd.
donderdag 2 maart
Er hangt een gespannen sfeer in onze Schutzwohnung.
Enerzijds is er de nieuwe bewoonster die heel wat bijzondere aandacht vraagt en anderzijds is er Adriania, tot het laatste ogenblik onhandelbaar. Tegen 12 uur moet ze haar kamer verlaten hebben, haar sleutels ingediend en zal ze helaas op straat staan, met als enig alternatief onderdak in de tweede Kruft opvangcentrum voor dakloze vrouwen met kind in Wenen.
Rond 10 uur komt ze het bureel binnengestormd en duwt haar 6 weken oude baby in de armen van Daniëlle. Ze moet inpakken, haar kamer poetsen en kan niet alles doen! De baby schreit onbedaarlijk. Een verse pamper haalt niets uit, waarschijnlijk heeft hij honger. Adriana is echter niet te vinden, waar is ze? Uiteindelijk zit ze bij Ralucca op de kamer. Ik ga met de baby tot bij haar en zeg haar dat dit niet inpakken of poetsen is en dat ze dus best zelf voor haar baby kan zorgen. Een weinig later komt zr. Anna in het bureel: de vriend van Adriana staat voor de deur, ze schendt tot het laatste ogenblik de huisregels. Een eindeloze discussie tussen het personeel en Adriana volgt.
Als ik om 13 uur naar huis wandel, zie ik Adriana de kinderwagen duwen. Een klein babietje, haar nieuwe vriend, die niet de vader is, en 2 overvolle plastiekzakken. Mijn hart breekt: hoe en waar moeten die twee dolers met de baby aan een nieuw leven beginnen? In de Kruft is er toch geen toekomstperspectief voor geen van hen.
Wij als medewerksters kunnen niet anders dan haar het huis uitzetten om de andere vrouwen te beschermen. Eens het adres gekend is, zijn onze vrouwen niet meer veilig voor mensenhandelaars en pooiers. Dit is de bittere realiteit. In de huisregels staat heel duidelijk vermeld dat vrienden of familie de woning niet mogen benaderen binnen een straal van 1 km. De vriend van Adriana stond met de regelmaat haar voor de deur op te wachten. Ondanks verschillende schriftelijke vermaningen bleef zich dat herhalen. Tevens mogen ze slechts één nacht buitenshuis slapen en moeten ze vooraf verwittigen, ook die regel lapte ze voortdurend aan haar laars.
Tot slot
Naast mijn werk in de Schutzwohnung, bereid ik 2 doopleerlingen mee voor op hun doopsel tijdens de Paasnacht. Een heel intense opdracht, een mooie en totaal andere uitdaging.
Mijn leven is anders geworden, zelf ben ik geduldiger en rustiger vooral omdat ik steeds wordt geconfronteerd met gekwetste mensen. Zo stoot ik op mijn eigen kwetsbaarheid en die kan ik enkel dragen wanneer ik ze in gebed bij God breng. Ik leef hier bewuster en meer vanuit de kern van mijn bestaan als religieuze overtuigd dat God liefde is. Dat alleen die liefde de wereld beter kan maken en dat ik, wij gelovigen de opdracht hebben hieraan mee te werken.
Kort samengevat, ik voel mij bevrijd om vrij te zijn voor onze vrouwen in nood en om hen hopelijk een tikkeltje meer levensvreugde en -waarde te kunnen meegeven.
Als je mij vraagt: ‘Ben je gelukkig?’, dan antwoord ik volmondig JA, ik ben vandaag een gelukkige, bevrijde religieuze in dienst van God. God kijkt ook mij liefdevol in de ogen en die liefdevolle blik tracht ik verder te geven in onze Schutzwohnung.
Ik wens aan allen dat ze in de Paasnacht met een bevrijd hart kunnen zingen
DE HEER IS WAARLIJK OPGESTAAN HALLELUIA.
Zr. Anne-Marie Dierick – gepubliceerd maart 2017