
Van 18 januari tot 25 januari bidden we een week lang voor de eenheid van de christenen.
De meeste gebeurtenissen herdenken we slechts één dag in het jaar, het moet dus wel erg gesteld zijn met die eenheid dat we ieder jaar opnieuw hiervoor een volle week uitgenodigd worden om te bidden.
Geschiedenis
De eerste eeuwen van het christendom waren gekenmerkt door grote vervolgingen. Op het belijden van Christus als de Messias stond de doodstraf. Velen werden als voer voor de leeuwen gegooid in de arena’s van de Romeinse keizers of ze werden gruwelijk gefolterd en ter dood gebracht. Christenen moesten zich wel verenigen om te overleven en kwamen stiekem samen op geheime plaatsen. En toch lieten heel wat mensen zich dopen om zo kenbaar te maken dat ze voortaan anders zouden leven. Dat Jezus voortaan een centrale rol in hun leven speelde. Bij de val van het Romeinse Rijk kon uiteindelijk het christendom zich verder uitbreiden en verspreiden over de hele toen bekende wereld. Maar er kwamen barsten in de eenheid en 1000 jaar geleden vielen de volgelingen van Jezus uiteen in twee grote groepen. De orthodoxe Kerk en de katholieke Kerk. 500 jaar later splitste deze laatste nog eens op. Luther verwierp de pracht en praalzucht en legde opnieuw het accent op de Schrift als de bron en het richtinggevende woord. Zijn we dan zo verschillend dat we niet langer door dezelfde deur kunnen? Is de afstand de voorbije eeuwen dan groter geworden of zijn er tekenen van toenadering en een vernieuwde eenheid?
Duidelijk is dat al deze strekkingen niet langer met getrokken messen tegenover elkaar staan en dat er gepraat wordt met elkaar. Er is een lange weg afgelegd maar de vaststelling blijft dat de strijd nog lang niet gestreden is. Voor de meesten onder ons is dit een ver-van-mijn-bedgebeuren. We hebben ieder onze eigenheid en leven vreedzaam naast elkaar. Moeten we daarvoor bidden?
Mogen allen een zijn Vader, zoals Gij in mij en ik in hen, opdat de wereld gelove in Mij.
Dit is het gebed van Jezus op de vooravond van zijn passie. Jezus bidt er voor zijn leerlingen. Hij weet dat ze beproefd zullen worden en dat ze het moeilijk zullen krijgen. De verdachtmaking en de verloochening zouden de uren die hierop volgen pijnlijk aan het licht komen. Als bange wezels trokken ze zich de dagen daarna terug in de bovenzaal. Jezus zelf heeft zijn roeping en zending beleefd en vervuld in eenheid met zijn Vader. Die eenheid is sterker dan de teleurstelling, de ontmoediging, de haat die Hij overwonnen heeft. Het zal niet anders gaan bij de leerlingen, de elf die nog overblijven van de oorspronkelijke twaalf. Allen zullen zij de weg van Christus gaan in de verkondiging van het evangelie. Eensgezind in het gebed. Want het gebed zuivert en verlicht ons pad. Eenheid is dus het kernwoord om onze zending als gedoopte geloofwaardig te maken en daarom nodigt de Kerk ons ieder jaar opnieuw uit om daarvoor te bidden.
Onze geloofsgemeenschap
Maar hoe is het gesteld met onze eigen geloofsgemeenschap? Ook daar zien we een ruime waaier van meningen en overtuigingen. Gevangen in ons grote eigen gelijk blijven we vaak zo hardnekkig op onze standpunten staan. Andere meningen doen er vaak niet toe. De tegenpartij heeft ongelijk. Luisteren naar elkaars meningen kan ons nochtans tot andere inzichten brengen. Maar toenadering start vanuit het hart, de wil en het diepe verlangen om te luisteren naar Jezus’ oproep tot eenheid. Misschien stemt het volgende verhaal ons tot nadenken!
Eenheid in een groep is een mooi ding. Vaak denken mensen dat ze om echt te kunnen samen horen, allemaal precies hetzelfde moeten worden. Alsof je tien soorten fruit in een grote mengkom gooit en ze met een stevige mixer pureert: stukjes appel en peer, druiven, pruimen, bananen, aardbeien, kersen, sinaasappels, een stukje citroen en een ananas. Het resultaat zal een brij zijn met een vreemde kleur, waar inderdaad alles in zit: veel vitamines maar ook schillen en pitten. Echt smakelijk ziet het er niet uit. Je kunt ook niet meer zien of proeven welke fruitsoorten er zoal inzitten. Veel smakelijker is een vruchtensalade. Elke vrucht blijft zichzelf: peer, appel, druif, banaan, enzovoort. Elke vrucht behoudt zijn eigen smaak en heeft zijn eigen inbreng in de salade. Elk stukje fruit geniet van de contrasterende smaak van de andere soorten. Er is slechts één voorwaarde: elke mooie, grote vrucht moet aanvaarden om voor de goede zaak in vier of tien stukken gesneden te worden! Alleen de eenvoudigsten mogen heel blijven: een kers, een druif, een rode bes. In zo’n groep blijft iedereen herkenbaar. Iedereen mag er zijn eigen rol in spelen, in samenspel met de anderen. Zo’n groep gaat veel minder snel vervelen. En ze is erg aantrekkelijk!
(Uit ‘Il était une foi, Liège’ van Père Dominique Pire)
Appelmoes
Dat is een mooi verhaal, antwoordde men mij, maar wat doe je met hen die geen fruitsla lusten maar zot zijn van appelmoes? Een doordenkertje. Misschien kiezen we voor appelmoes omdat dit eenvoudiger is in de bereiding? We kiezen zo graag voor dat veilige cocon van onze eigen mening en durven de confrontatie met de buitenwereld niet aan uit schrik dat we bevraagd zullen worden. Bevraagd over wie we zijn, om wat we doen en hoe we het doen.
Ook daar kunnen we voor bidden.
Elke toenadering begint immers met de verzoening in het eigen hart om zo alle ballast en vooringenomenheid overboord te gooien.
Paul Van Assche
De teksten voor de Week van Gebed voor de Eenheid 2020 werden voorbereid door de kerken op Malta. De groep liet zich daarbij inspireren door het verhaal van de schipbreuk van Paulus op het eiland Malta uit het boek Handelingen. Het motto werd ontleend aan Handelingen 28 vers 10: ‘Zij waren buitengewoon vriendelijk voor ons.’ De link met de wereldwijde en Europese crisis in de opvang van migranten ligt voor het oprapen. De teksten zijn een oproep aan christenen wereldwijd om de vreemde en de vluchteling gastvrij tegemoet te treden en zelf buitengewone vriendelijkheid te ontvangen. Het eiland Malta is direct betrokken bij de opvang van vluchtelingen en migranten die vanuit Afrika op bootjes de oversteek wagen naar Europa.